Priklapacupunctuur en recepthomeopathie

Artsen hebben ‘volgens de wet’ recht op ‘een snelweg naar de traditionele geneeswijzen’.
Het argument is dat ze de patiënt-omgang, lichaamsanatomie en fysiologie al kennen.
Het gevolg is dat ze in zoveel maanden acupunctuur of homeopathie leren, als een acupuncturist of homeopaat aan jaren studeren.
Maar, zo wordt gesteld, daarmee is hun kennis en kunde desondanks ‘vergelijkbaar’ met die van de volledig opgeleide homeopaten/acupuncturisten.

Maar toch zijn ze dan verbaasd dat patiënten de patiëntomgang van homeopaten verkiezen.
En dat ze bij de traditioneel opgeleide acupuncturist andere praktijkervaringen hebben.

Artsen hebben weliswaar (te)veel geleerd van anatomie en fysiologie, maar verder (te) weinig.
Artsen leren te weinig over het regulatie-systeem, en vrijwel niets (= te weinig) over het informatie integratie systeem.
Het regulatiesysteem wordt in de geneeskunde wel genoemd, maar niet begrepen/gebruikt.
Het informatiesysteem wordt in de geneeskunde soms genoemd, maar vooral om het te ont’kennen.

Ons lichaam is opgebouwd uit 4 aspecten:

  1. Informatie integratie (wereldbeeld versus lichaamsbeeld)
  2. Systeemregulatie (elektromagnetische systeemgrens bijstelling)

3) Procesadaptatie (Fysiologische lichaam/omgeving voedselkringstroombalans )

4) Structuurreparatie (Anatomische integriteit van de levende lichaamscellen)

Artsen zijn getraind op het werken met ‘receptgeneeskunde’: oorzaak => gevolg, echter:

  1. Oorzaak => Gevolg, alleen in de klassieke wetenschap (Materie als norm)
  2. Oorzaak  Gevolg, in de relativistische wetenschap (Molecuulbalans)
  3. Oorzaak =><= Gevolg, in de kwantum wetenschap (Atomaire elektronenveranderingen)
  4. Oorzaak == Gevolg, in de integrale veld wetenschap (universele faserelaties)

Vanuit de Systeemtheorie zijn deze vier verschillende kwaliteiten goed bekend.
Ze zijn daar beschreven als 1) structuur, 2) proces, 3) transformatie en 4) integratie.
Systeemtheorie werd ontwikkeld door de bioloog Ludwig von Bertalanffy.
Omdat hij inzag dat systemen van differentiaalvergelijkingen interacties kunnen beschrijven.

In ons lichaam hebben we altijd met interacties te maken, tussen LEVENDE cellen.
Het gaat dus (expliciet) NIET om de ‘causaliteit’ van de klassieke wetenschap van de dode materie.
Integendeel, de cellen vormen door hun communicatie samen één integrale ‘kolonie’.
Daarin is de cel-communicatie gebaseerd op elektromagnetische radio-informatie.

Cyril Smith is de belangrijkste onderzoeker die veel werk op dit gebied samenbrengt.
Moleculen zijn elektromagnetische (atomaire) vormen van informatie (hun ‘spectrum’).
Tussen moleculen, cellen, dus organen, dus lichamen, zijn er altijd elektrische (kring)stromen.
Onze lichaamssamenhang, opgebouwd door levende cellen, moet in die termen worden begrepen.

Cyril Smith laat zien dat acupunctuur werkt op basis van specifieke elektromagnetische frequenties.
Hij toont ook aan dat homeopathie is gebaseerd op logische, berekenbare, frequentie opslag.
Hij vond ook dat de frequenties van de meridianen een heel specifieke onderlinge relatie hebben:
Worden 3 meridiaanfrequenties in een homeopatische drager ingebracht, dan wist de 4e ze allemaal.

Dit heeft te maken met eenzelfde principe als de drie (x, y, z) ‘assen’ in beschrijven van ruimterelaties.
Zodra de 4e dimensie wordt aangesproken, het nulpunt, keert het systeem binnenste-buiten.
Dit is DE manier om de relatie van ons lichaam in onze omgeving te kunnen reguleren.
Want onze integriteit is bepaald door de integratie van ons lichaam in onze omgeving.

Regulatie van de systeemgrens (een singulariteit) vereist informatie over (omgevings)integratie.

Homeo-therapie kijkt naar de integratie van het lichaam in de omgeving: als integraal Gestalt.
Qi-therapie kijkt naar de regulatie van de systeemgrens in interactie met de omgving.
Qi-therapie gebruikt daartoe de intrinsieke zelfregulatie van het lichaam, vanuit orgaancellen.
Het gaat hierbij, altijd, om de atomaire-moleculaire-cellulaire elektromagnetische processen.

Acupuncturisten leren, met de vinger aan de pols, om het samenspel tussen organen te interpreteren.
Door in te spelen op de orgaancelcommunicatie kunnen ze die MEE-reguleren.
Dat is per definitie een interactie; niet controlerend maar co-ördinerend.
In feite gaat het hier om de benadering zoals de kwantumtheorie die ook presenteert.

Homeopathen leren, met geduld een aandacht, om het functionele gestalt te interpreteren.
Ze vergelijken de normale belevingskarakteristieken met (subtiele) afwijkingen in het pattroon.
Wat ze hiermee doen is vergelijkbaar met een Moiré-analyse: het uitlichte van cruciale verschillen.
Op basis daarvan geven ze het GEZONDE lichaam de informatie VAN DE VERSTORING, ter heling.

Homeopathie informeert het lichaam opdat het zichzelf weer kan helen.
Acupunctuur geeft het lichaam signalen om de eigen grensafstelling te her-stellen.
Als artsen deze technieken daadwerkelijk zouden leren zouden ze anders werken.
Ze zouden het lichaam niet langer als object, maar als kolonie van levende cellen begrijpen.

Artsen kunnen met mensen, lichamen, organen omgaan zoals ze doem, omdat ze ‘objectief’ denken.
In hun denken verwordt de mens, een orgaan, een cel, tot een object, zonder eigen leven/bewustzijn.
In feite is dat een ‘politiek’ besluit wat leidt tot de objectivering van … de hele mensheid.
Waarin elke mens, en de mensheid, als machine wordt beschouwd, en behandeld.

De prik-lap-acupunctuur en recept-homeopathie houdt die schijn in stand.
Tegelijkertijd doet het alsof acupunctuur en homeopathie op die manier zijn te gebruiken.
Dat is een misvatting, en vervormt, en misvormt, (‘verkracht’) deze primaire geneeswijzen.
Want impliciet wordt gedaan alsof acupunctuur en homeopathie reparatiegeneeswijzen zijn.

Homeopathie is onderdeel van de informatiegeneeswijzen: ter herstel van het integraalbeeld.
Acupunctuur is onderdeel van de regulatiegeneeskunst; ter herstel van de systeemgrensafstemming.
Informatiegenezing is bij uitstek bedoeld ter preventie; diir de integratie/integriteit te bewaren.
Regulatietherapie is bij uitstek bedoeld voor vroeg-detectie/-correctie, van ‘de systeemgrens’.

Het is zaak om deze aspecten in te brengen in de gereguleerde medicijnleer opleiding.
Artsen doen er goed aan om de relatie tussen psychische en lichamelijke in detail te begrijpen.
Dat kunnen ze leren van de homeopaten, om op die manier preventieve zorg te kunnen bieden.
Door te letten op details van de verstoring van beleving vOOrdat dit als ziekte is te zien.

Op diezelfde manier kunnen artsen van acupuncturisten leren om omgevingscontact te herstellen.
Door afstemming van de meridianen, dus de organen, kunnen we onze ‘beleving’ beter verteren.
Door het bijstellen van de meridiaanbalans, worden seizoens-, en dag-/nacht ritmen weer hersteld.
Daardoor leren artsen (weer) het belang van omgevingsbeleving waarderen, en respecteren.

Het is goed wanneer artsen de homeo-therapie en Qi-therapie leren kennen.
Maar het is beter wanneer ze daarvan niet een gekortwiekte variant leren.
Het gaat juist om die andere, integrale, vitale visie op, en begrip voor ons lichaam.
Met het begrip dat levende cellen soms informatie nodig hebben om (ons) omgevingscontact te herstellen.

Kennis van homeopathie en acupunctuur houdt in dat artsen de mens en het lichaam leren respecteren.
Dat ze daardoor de mens, en de mensheid, niet als object/machine bekijken/behandelen.
En inzien dat ziekten ontstaan door verkeerde keuzen die mensen soms, in hun omgeving, maken.
En dat veel verkeerde keuzen ontstaan doordat mensen géén gezonde leefomgeving/keuzen hebben.

Zodra artsen dat inzien, begrijpen ze dat onze leefomstandigheden onze gezondheid bepalen.
Dat vraagt dan direct om sociale- en leefomgeving-geneeskunde (environmental health care).
Met, de tegenhanger, inzicht in het belang van (echte) Vrije Keuze, Vrije Wil en vrije Wilsbeschikking.
Wat het omgekeerde is van het bepalen van het leven van andere mensen (en ‘ziektebehandeling’).

Ziektebehandeling is, technisch-theoretisch bezien, op te vatten als een vorm van verkrachting.
De patiënt is ziek, zwak, verzwakt, en niet in staat tot eigen actie, of zelfs eigen besluitvorming.
De arts ‘leert’ daardoor om besluiten te nemen voor/namens/over de patiënten.
De arts-patiënt relatie verwordt daardoor soms/vaak tot een ouder-kind (ongelijkheids-)relatie.

Hier ligt een parallel: in de ouder-kind relatie en in de mens-machine beschouwing.
Het is de paradox/parallax van de juxtapositie van subjectiviteit versus objectiviteit.
Het is in beide gevallen een afstandelijkheid: van sub-ject (onder-geschikt) en object (ding).
Het gaat om een verandering in de betrokkenheidsrelatie: de rol van de systeemgrens.

Geneeskunst is bij uitstek de kunst om de betrokkenheid in de omgeving te herstellen.
in ons lichaam gaat dat over de relatie tussen onze levende lichaamscellen en natuurlijke omgeving.
In onze lichaamsregulatie gaat dat om het bijstellen/herstellen van onze systeemgrens (betrokkenheid).
In onze lichaams be(-)leving gaat dat over het herstellen/verstellen van ons omgevings-/zelfbeeld.