Ons lichaam is één integraal informatiesysteem, wat zich in de veranderende omgeving steeds anders instelt.
Door het veranderend contact met de omgeving, veranderen de informatiestromen in het lichaam.
Verschillende omgevingen beleven we als verschillende ‘toestanden’ in ons lichaam.
Dat leidt ons tot begrip voor/van samenhang van informatiestromen in ons lichaam: informatiepatronen.
We komen daarmee uit op het begrip “Orgonen”.
Orgonen zijn ‘staande golven’ van samenhang van informatie.
Vergelijk het met atomen, en moleculen, maar dan zonder materie.
Vergelijk het als een klank van een orkest, die in een ruimte blijft hangen.
Fotonen, Fononen, en Orgonen zijn informatiepakketjes (“Infonen”), op verschillende niveaus van samenhang.
Ons hele lichaam is een materialisatie van informatie, in 4 dimensies (Deel 1).
De uitwisseling in een veranderende omgeving leidt tot verandering in in-formatie: informatiestromen (Deel 2).
De vormen die daarin kunnen ontstaan, ‘leiden als het ware een eigen leven’.
We zien hier de basis van bewustzijn, betrokkenheid, beleving en geheugen.
In ons lichaam is te zien hoe dit vorm kreeg als ‘de 4 hersenen’, en ‘de 4 hersenhelften’.
De vormen (znw.) die we zien zijn het gevolg van het vormen (ww.) daarvan vanuit de stromen van informatie.
We kunnen, moeten, de informatiestromen, en informatievormen, op zichzelf beschouwen: als ‘software’.
Dit deel van het boek presenteert “Het Virus Project”.
Het is een voorstel om computer virus en biologische virus te vergelijken; als ‘meme’n.
Dat leidt dan tot het concept van vitale virale software (een computer zonder systeemsoftware).
De resultaten daarvan worden uitgewerkt in Deel 4: het herprogrammeren van Reflexen.