Het Stappenplan, in grote lijnen
Voor het stappenplan wordt gebruik gemaakt van de eerder beschreven perioden van vier fasen.
Het gaat daarbij om een periode van zeven jaar, van baby, kind, puber, naar volwassen.
- De eerste zeven jaar zijn gericht op de ontwikkeling van het lichaam.
- De tweede periode van 7 jaar gaat over het leren vormen van het eigen denken.
- De 3e fase van 7 jaar is gericht op de vorming van ons sociale lichaam.
- De 4e periode van 7 jaren gaat over het leren omgaan met het universum.
Het zijn allemaal stappen die logisch op elkaar volgen en te maken met de relatie tussen anatomie, filologie, systeem regulatie en informatie integratie.
Deze samenhang is te zien in het onderstaande schema.
- body – eigen lichaam
- mind – eigen denken
- soul – eigen bezieling
- spirit – eigen be-leving
Figuur 1: schema van levensontwikkeling in perioden van zeven jaar.
1) Lichaam (Body):
De eerste fase gaat het specifiek over de ontwikkeling van het fysieke lichaam.
Dat gaat om het leren gebruiken van de spieren, het begrip van goede voeding, het staan en opstaan ook in metafore zin, en het gaat om het leren verzorgen van kneuzingen en angsten ten gevolge van vallen en opstaan.
2) Be(-)leving (Mind):
De tweede zeven jaar gaan over de ontwikkeling van het mentale lichaam.
Hierin gaat het om het leren van de relativiteit van eigen beleving, het respecteren van de vrije keuze van andere, een het doorzien dat verschillende opties van de werkelijkheid tegelijkertijd kunnen bestaan.
3) Ziel (Soul):
De derde zeven jaar gaan over het leren omgaan met grenzen, en eigen identiteit/integriteit.
Het gaat om het kunnen grens(ver)stellen in het lichaam zoals dat zien is in het regulatiesysteem, het leren onderkennen van de verschillen in relatie zoals die seksualiteit verschillen zijn te beleven, het leren omgaan met vrije keuze en daardoor eigen grenzen te kunnen bepalen.
4) Geest (Spirit):
De vier fasen van zeven jaar gaat over omgaan met het universum en de aarde.
Het kunnen werken van het verschillende sociale groepen, het deelnemen in de politieke besluitvorming, het kunnen relateren aan andere culturen.
1) Leren Vallen & Opstaan
In de eerste zeven jaar komt aan bod het basale principe van vallen en opstaan.
Het gaat letterlijk om het leren opstaan, op de manier zoals die bijvoorbeeld in Judo en Aikido geleerd wordt.
Het is ook de fase van het leren omgaan met dieren en planten, en het respecteren van hun bestaan in hun eigen natuur en hun eigen omgeving.
Dat legt vanzelf ook het verband naar hygiëne, en gezonde voeding.
Hieronder staan voorbeelden, onderwerpen, zoals die in deze eerste zeven jaar ontwikkeling, aan bod komt.
De kindertijd
In de kindertijd is de ervaring gericht op het omgaan met mentale processen.
Vooral leren dat doet denken aan gedacht en gegeven is dat uniek is voor een bepaalde vorm van leven.
Specifiek dat denken in alle diersoorten voorkomt, maar pas bij het gebruik van taal expliciet is te communiceren.
Het is ook de fase waarin kinderen als het ware in sprookjesland kunnen leven, waarin de omgeving nog voor ze verzorgd wordt.
Het is de periode van het leren omgaan met sprookjes en verhalen, maar vooral het leren begrijpen wat de betekenis is daarachter.
Het gaat er niet om in sprookjes te geloven, maar om door te krijgen wat ermee bedoeld is.
Het gaat er ook nog, om te kunnen begrijpen dat andere mensen hun levensverhaal op andere manieren vertellen.
Het rapport niet om, om daar een waarde aan te geven, maar vooral om de verschillen te kunnen accepteren.
In deze fase gaat het om de beweging tussen standpunt en verplaatsing.
Het gaat erom dat kinderen hun eigen uniekheid kunnen ervaren, maar ook beseffen dat ze daarmee kunnen ‘spelen’.
Ze kunnen zien dat alle mensen zich op een andere eigen unieke manier presenteren.
Ze leren hiermee basisprincipes van de psychologie, de astrologie en de samenhang van sociale systemen.
Sociale systeem zijn op dit niveau nog niet het gegeven waarmee gewerkt wordt
Het gaat er specifiek om dat iedereen weet, dat ze onderdeel zijn van hetzelfde geheel en dat die omgeving voor hen verzorgd wordt.
Maar in die fase leren ze ook om te zien wat het verzorgen van die omgeving houdt.
Ze leren daaraan meedoen, ten nutte van de rest van hun leven.
In deze fase van de kindertijd gaat het vooral om het leren omgaan met de mentale processen.
Het gaat om taalvorming, begripsvorming, het perspectiveren en het doorhebben dat alles onderdeel van zelfde systeem is.
Het gaat er ook nog zo doorziet dat iedereen dat op de dezelfde manier doet, en dat iedereen om een eigen manier uniek is.
Het gaat er in deze fase vooral om leren onderkennen, gebruiken, respecteren van vrije keuze.
Puberteit
De puberteit is gekenmerkt door een ontwikkelen van seksuele volwassenwording van het lichaam.
Daarin is er een verschil voor de aanvangstijd tussen mannen en vrouwen.
Er is ook een wezenlijk verschil in de manier waarop de seksuele biologie zich in vrouwen en mannen afspeelt.
Daarbij staat centraal dat mannen een gereduceerde versie van de vrouw zijn, om het zo maar te zeggen.
Daar waar de normale hormooncyclus bij de vrouw gaat naar oestrogeen komt dat bij de man kwam niet verder dan testosteron.
Daar waar de vrouw een X-chromosoon heeft, heeft de man slechts een Y-chromosom, waar dus een tak aan ontbreekt.
Waar de man, X en Y cheromosomen , in het zaad kan produceren, bepaalt het vrouwenlichaam welke van de twee geactiveerd wordt.
Het gaat er vooral om te beseffen dat vrouwen en mannen elkaar complimenteren.
In deze fase is het vooral belangrijk om uit te gaan van het biologische gegeven.
Allerlei culturen hebben hun eigen vertekende interpretaties gegeven op het man- en vrouw-zijn.
Het is daarom al belangrijk om aandacht te geven aan het verschil tussen Patrisme en Matrisme, patriarchaal en patriarchaal.
Had een terdege van belang om te beseffen dat de patristische mutilatie van kinderen (besnijding) ten koste gaat van optimaal lichamelijk functioneren.
De hele puberteit gaat over het leren bestuderen van een complementariteit tussen mannen en vrouwen.
Dit wordt van nature geleerd door de interactie tussen mannen en vrouwen, jongens en meisjes zelf.
In de huidige cultuur is dat weggehaald uit het onderwijsaanbod.
Maar dat is ook precies waardoor deze cultuur kreupel is geworden, seksueel en sociaal.
Het is dan ook van belang om jongens en meisjes weer respect voor seksualiteit te helpen leren.
Dat gaat vanzelf door respect te hebben voor hun eigen lichaam en de ontwikkeling van het eigen lichaam.
Daarin is er vanzelfsprekend aandacht voor de subjectieve, persoonlijke, unieke, individuele beleving.
Maar juist door die unieke ervaringen met elkaar te vergelijken, ook seksueel, zijn overeenkomsten te zien.
In principe is de seksualiteit bedoeld, om een sociale integratie te bereiken.
In de seksualiteit leren jongens en meisjes op een gegeven moment, over hun eigen seksuele ontwaking.
Bij de jongens is dat een ochtend erectie; bij de meisjes is dat een menarche (1e menstruatie).
Op basis daarvan is een natuurlijk gevolg het leren masturberen; in het onderling vergelijken van de ervaringen worden automatisch homofiele-, daarna heterofiele belevingsfasen doorlopen.
De oordelen die daarover in onze cultuur worden geveld zijn irrelevant.
De meningen die worden gesteld over masturbatie en homofilie hebben vooral te maken met seksuele controle door seksueel embargo.
Door dit te doorzien is ook te begrijpen waarom deze fase tegelijkertijd relevant en irrelevant zijn.
Door de ervaring met masturbatie bijvoorbeeld leert iedereen juist het eigen lichaamsgevoel het beste kennen, en kan dat daardoor het beste met anderen delen.
In de ontwikkeling van de mensheid is te zien dat de mens tegelijkertijd individu en groep is.
Dat het beste te zien juist in de seksuele beleving, in een manier waarop de mens onstaan is door seksuele fusie in de mensheid.
Omgekeerd is ook te zien hoe door de seksuele fusie de cel is ontstaan die het beginpunt is voor de vorming van het hele lichaam.
Maar ook dat in het lichaam op de basis ligt voor het voortbestaan van de mensheid.
Het is op die manier dat in de puberteit veel anknopingspunten zijn te vinden voor het leren omgaan met systeem grenzen.
Het gaat hier om een grenzen van Body, Mind, Soul & Spirit.
Belangrijker nog is het leren omgaan van wat het belang van eigen betrokkenheid in stellen, verstellen en herstellen van het systeem grenzen.
Daarin staat aldoor centraal het begrijpen van, leren omgaan met, respecteren van, doorgronden van de gevolgen van vrije keuze.
Volwassenheid
Leren omgaan met het universum
In de puberteit is het normaal dat kinderen leren omgaan met hun eigen lichaam, en seksualiteit, en hun baby’s.
In de volwassenheid zijn de baby’s als het goed is al in de kinderfase gekomen, en leren ze omgaan met mentale lichaam.
De tegenhanger ervan is dat ouders dan genoodzaakt zijn om de individuele betekenis in universele zin te leren interpreteren.
Alleen op die manier kan het kind leren dat elke eigen mening uniek is maar tegelijkertijd ook deel van een groter geheel is.
Dat is waar in onze cultuur er op het moment nog een heel grote gemis is.
Weinig mensen zijn bewust vaag eigen betekenis als mens in de mensheid.
Weinig mensen zijn zich bewust van hun rol als schepper in de schepping
Dat heeft alles te maken met de manier waarop het individu in onze samenleving al millennia lang geknecht is.
Dat houdt in dat in het programma over de volwassenheid we niet alleen met de volwassenwording van de scholieren hebben te maken.
We hebben ook te maken met de volwassenwording van onze hele cultuur, en het niet langer blijven steken in de puberteit.
We hebben ook te maken met de volwassenheid van onze sociale omgeving los van geloofsmatige dogma’s.
Het gaat er om dat elke mens en de mensheid als geheel beseft dat die deel is van de schepping als schepper.
Het is op die manier dat het leren omgaan met het lichaam, met de gedachten, met de sociale relaties, èn met de omgeving werkt als genezende factor.
Het is op deze manier dat in een schoolperiode al deze fasen stap na stap kunnen worden doorlopen.
Het belangrijkste is daarin dat daarin de verbanden tussen al deze opeen volgende fasen te zien is.
En vooral, dat niemand meer in een van die fasen hoeft te blijven steken, en iedereen kan zien hoe we elkaar allemaal verder kunnen helpen. Dat is de essentie van (zelf)genezing.