In vier delen heb ik hiervoor de theorie van vrije keuze beschreven.
Deel 1: het principe, Deel 2: de atoomfysica, Deel 3: de biologie, en Deel 4: de sociologie.
Daarin zien we dat het steeds gaat om dezelfde (4D) principes; als die van de alchimisten.
Waarin we nu expliciet kunnen zien dat de kwintessens hetzelfde is als onze vrije keuze.
In het voorgaande werd ook duidelijk dat vrije keuze zich afspeelt buiten de materie.
We kunnen zien, en afleiden, dat het zich afspeelt in de subatomaire processen: fase reorganisatie.
Daaruit kunnen we concluderen dat vrije keuze gebruik maakt van een fundamentele fase-rotatie.
Met daarbij ook de conclusie dat vrije keuze zich alleen afspeelt in de universele systeem singulariteiten.
Vrije keuze speelt zich af in de singulariteit in de systeemgrens, in haar integriteit/complexiteit.
In het lichaam kunnen we zien dat de complexiteit van de systeemgrens, in al haar gelaagdheid, het effect van vrije keuze bepaalt.
Daarin zien we ook dat die gelaagdheid wordt opgebouwd vanuit een logische stapsgewijze opeenvolging van vrije keuze: de celdeling, als tijd fractal.
We zien daarin een parallel, of tegenhanger, van de opbouw van materie (fase, atomen, moleculen, materie) in het gebruik van vrije keuze (individu, relatie, groep, mensheid), op verschillende niveaus van complexiteit (punt, lijn, vlak, volume) en bewustzijn (bewust, onderbewust, onbewust en buitenbewust).
In het voorgaande kwamen logica, natuurkunde, biologie en sociologie samen.
Het is duidelijk dat vrije keuze zich afspeelt buiten de fysieke materie; in de fase ruimte.
Vanuit de natuurkunde zouden we zeggen dat dit zich afspeelt in de subatomaire ruimte.
Wat van groot belang is, is dat zich afspeelt buiten de materie, en daarmee buiten onze beschrijving, in ons ‘buitenbewustzijn’.
We krijgen hier te maken met de beperkingen van taal, en het gebruik van woorden.
Taal verwijst per definitie naar objecten van materie; ook in het gebruik van abstractie (modellen).
Objectieve wetenschap is in feite niet meer dan de wetenschap van taalobjecten.
In het werken met vrije keuze hebben te maken met diepere principes dan die van weten, van taal, en van taalobjecten (modellen, formules, vergelijkingen, metingen).
Ook al onttrekt vrije keuze zich aan onze directe beschrijving; we kunnen het wel beleven.
Op basis van de 4D-logica die aan bod kwam in de theorie, zien we ook een basis voor de praktijk.
In ons lichaam kunnen we zien dat vrije keuze de basis is van de opbouw van een fractal.
Omgekeerd kunnen dat begrip van die fractal gebruiken in de praktijk voor het optimaliseren van vrije keuze.
Eerst zullen ingaan op de vier aspecten van vrije keuze, essentieel voor haar gebruik.
Het gaat hier om Vrije Keuze, Respect, Response-ability en Reliability.
In feite gaat het om de lagen van individu, relatie, groep en mensheid.
Daarin staat altijd de erkenning van het bestaan en gebruik van vrije keuze centraal.
We moeten echter ook ingaan op de aspecten van ont’kenning van vrije keuze.
We hebben hier te maken met de tegenhanger van de ontwikkeling van baby naar kind naar puber naar volwassen.
We beleven dat als respectievelijk de ont’kenning, onjuist gebruik, erkenning, en optimaal gebruik van vrije keuze.
Van oudsher gebruiken we daarvoor respectievelijk de woorden “hel”, “vagevuur”, “hemel” en “paradijs”.