Dr. Schnitzer is, net zoals Weston Price, tandarts. Hij is in 1930 in Freiburg in Duitsland geboren en studeerde in 1956 af als tandarts. Daarna werkte hij een aantal jaren als assistent in de kaakchirugie.
In 1962 vestigde hij zich als zelfstandig tandarts in Mönchweiler in het Zwarte Woud. Daar heeft hij in 1963 een zesjarig experiment gedaan om tandbederf bij kinderen tegen te gaan door voorlichting aan de moeders over “natuurlijke voeding”.
De resultaten waren indrukwekkend. In vier jaar daalde het aantal gaatjes in de groep kinderen tot drie jaar van 2,3 per kind naar nul. Het aantal gaatjes bij 3 tot 6 jarigen daalde in zes jaar van 12,6 naar 1,7. Bij de zes tot tien jarigen was dit een daling van 22,1 gaatjes naar 15,3 en bij de tien tot veertien jarigen was dit een daling van 22,2 naar 14,1 gaatjes. Een en ander is in zijn boeken en op zijn website terug te vinden.
In plaats dat deze resultaten met gejuich ontvangen en toegepast werden, kreeg hij een proces aan zijn broek van zijn collega-tandartsen, wegens reclame maken! Hoewel hij in eerste instantie, middels het interne tuchtrecht van tandartsen veroordeeld werd, sprak de burgerrechter hem in hoger beroep vrij.
Zijn benadering van de preventie van tandbederf via de voeding paste niet in de gebruikelijke manier van denken binnen de tandheelkunde. Bovendien waren zijn resultaten ook economisch bedreigend.
Bij toepassing was het perspectief dat de omzetten van de tandartsen zouden dalen.
In 1978 ontdekte hij door toeval dat zijn dieet ouderdomssuikerziekte kon genezen. Een 69 jarige suikerpatiënt die in het ziekenhuis lag, weigerde amputatie van een been wegens koudvuur en vertrok uit het ziekenhuis. De prognose was overlijden binnen 48 uur door bloedvergiftiging. Zijn situatie was zo kritiek dat de ambulance weigerde om hem te vervoeren vanwege het risico op overlijden onderweg. Zijn familie moest hem per personenauto naar huis brengen. Om raad gevraagd door de dochter van de suikerpatiënt adviseerde Dr. Schnitzer zijn vers, rauw en biologische dieet en zorgde ervoor dat een arts toezicht op de patiënt hield. Deze zei na 48 uur dat amputatie niet meer nodig was, omdat de bloedcirculatie zich hersteld had. Het koudvuur was binnen een week genezen. Tot de verbazing van iedereen, ook Dr. Schnitzer, genas de suikerziekte zelf ook na enige maanden. Iets wat door de conventionele geneeskunde onmogelijk geacht wordt.
In het medische tijdschrift “Erfahrungsheilkunde” 13/1981 wordt gerapporteerd dat er met deze therapie van 87 gevallen van ouderdomssuikerziekte er 31 genezen werden en 52 verbeterden, 3 gevallen veranderden niet en 1 was slechter geworden. Van 32 gevallen van jeugdsuikerziekte werden er 7 genezen en 25 verbeterden.
Als tandarts konden de internisten hem niet serieus nemen. Bovendien paste zijn benadering middels de verbetering van voeding niet binnen de gebruikelijke manier van denken binnen de interne geneeskunde. Zijn aanvragen om fondsen om deze klinische ervaring wetenschappelijk te onderbouwen en te documenteren werden dan ook niet ondersteund. Met leedwezen constateert Dr. Schnitzer dat er in Duitsland per jaar nog steeds meer dan 30.000 amputaties plaatsvinden als gevolg van suikerziekte.
Over suikerziekte heeft hij een boek geschreven, dat elke suikerzieke zou moeten lezen “Biologische Heilbehandlung der Zuckerkrankheit und ihrer Spätfolgen”.
In 1985 boekte hij belangrijke resultaten bij de behandeling van lepra in een door hem zelf gefinancierde tweejarige studie in Sri Lanka. Lepra woekert door, ook nadat de leprabacillen compleet gedood zijn, met zweren en het verlies van ledematen. Enkele weken na introduktie van het Schnitzer dieet komt deze voortwoekerende lepra tot stilstand, waarbij zelfs zweren zo groot als een hand genezen. Ook de huid inclusief de pigmentatie herstelt zich volledig. Interressant was dat een aantal lepra patienten in feite al op dezelfde manier aten als Dr. Schnitzer voorschrijft, maar met een groot verschil, zij kookten de voeding.
Als vervolgens diezelfde voeding ongekookt genuttigt werd, genazen deze patienten in de loop van twee jaar voor 90%. De studie moest gestaakt worden omdat Dr. Schnitzer geen geld meer had. Na afloop van de studie was Dr. Schnitzer niet in staat om de resultaten over te dragen aan verenigingen voor de leprabestrijding. Zij waren hierin niet geïnteresseerd en reageerden soms uitgeproken onvriendelijk op zijn voorstellen. Zijn ongebruikelijke benadering middels gezonde voeding paste niet in de gebruikelijke manier van denken over ziektebestrijding middels medicamenten.
Zijn dieet berust voor een belangrijk deel op vers gemalen tot maximaal 10 uur in lauw leidingwater geweekt volkorenmeel van kiemkrachtig graan. Hiervoor ontwikkelde en produceert hij een elektrische graanmolen met echte molenstenen voor huishoudelijk gebruik. Met deze molen is het voor ieder huishouden mogelijk om zelf meel vers te malen en daarmee zijn dieet te volgen. Dit was bedreigend voor de maalderijen van granen en de bakkers. Ook hier was het perspectief dat de omzetten zouden kunnen gaan dalen. Ook van deze kant kwam geen medewerking.
Ondanks al zijn inspanningen had hij alleen succes in ontwikkelingslanden als Skri Lanka en Ethiopie.
In Duitsland bleef hij tegen de muur aan lopen, die gevormd werd door de gebruikelijke manier van denken en de belangen van de voedingsmiddelenindustrie, de medische en farmaceutische industrie, de overheid en het ziektekostenverzekeringswezen.
Toepassing bij gezonde topsporters van zijn dieet leverde aanmerkelijke verbeteringen van hun sportprestaties op.
Zo kunnen ski schansspringers op grote hoogte niet langer dan een uur per dag trainen. Als ze langer trainen wordt het gevaar van ongelukken te groot. Nadat de Oosterijkse nationale ski ploeg overgegaan was op het Schnitzer dieet, konden zij vijf tot zes uur op grote hoogte trainen. Zij wonnen in 1979/1980 het vier landen toernooi in de Alpen en de Olympische winterspelen schansspringen in Lake Placid. Onder de tien beste ski springers ter wereld waren toen vijf Oosterijkers. Hoe nauw dit dieet luistert, blijkt wel uit het vervolg. De bondscoach was de mening toegedaan dat topsporters meer eiwitten nodig hebben, dan waarin dit dieet voorziet en voegde wat kwark toe. Onmiddellijk zakten de prestaties van de schansspringers terug naar het oorspronkelijke niveau.
Een ander voorbeeld van een succesvolle toepassing van zijn dieet is Bernard Schoenek, een loper van super marathons. In 1994 toen hij reeds 55 jaar oud was, won hij de zesdaagse Challenge Cup run in La Rochelle in Frankrijk door alle zes de dagen te winnen. In Belgie won hij een wedloop door in 24 uur 249 kilometer te lopen. Nummer twee lag 41 kilometer achter. Net zoals de Hunzakuts, zijn dus ook moderne westerse mensen in staat tot grote lichamelijke prestaties, als ze maar goed gevoed worden.
Dr. Schnitzer ziet net zoals Ann Wigmore als oorzaak van ziekte de progressieve vervuiling van het lichaam door endogen en exogene vergiften. Endogene vergiften zijn toxinen, die door het lichaam zelf aangemaakt worden als resultaat van de stofwisseling en die niet normaal ontgift en afgevoerd worden.
Exogenen vergiften worden van buiten het lichaam opgenomen en worden ook niet voldoende ontgift en afgevoerd. Hij volgt hierin de leer van de menselijke vergiften of wel de Homotoxine leer van de Duitse arts en homeophaat Hans Heinrich Reckeweg.
9.1) Het Schnitzer Intensiv Dieet
Het dieet zelf is vergeleken met het Hippocrates dieet vrij eenvoudig te produceren en wordt schitterend geïllustreerd en tot in de laatse praktische details beschreven in het boek “Schnitzer-Intensivkost, Schnitzer-Normalkost”. Het belangrijkste apparaat, dat men aan moet schaffen is een graanmolen voor huishoudelijk gebruik. In Duitsland zijn deze graanmolens in veel reformzaken te koop en zijn ze relatief goedkoop. In Nederland zijn er maar een paar aanbieders en zijn de molens relatief duur. Informeer bij de natuurvoedings winkel. Ik heb een elektrische huishoudgraanmolen van Dr. Schnitzer, die uitstekend bevalt. Er zijn echter ook modellen beschikbaar die op spierkracht werken.
Ook dit dieet is vers, rauw, geheel (niet geraffineerd), alleen thuis bewerkt en biologisch.
Zeer belangrijk is dat Schnitzer er alles aan doet om er voor te zorgen dat het voedsel voor de bereiding niet geoxideerd (vers) is en ook gedurende de bereiding zo min mogelijk oxideert.
Oxidatie van voedsel is bijvoorbeeld te zien aan een pas geschilde appel, die bruin wordt. Het is te proeven aan boter of vetten die ranzig zijn geworden. Brood dat “oud”geworden is, is geoxideerd. De reden waarom chips in een luchtdichte zak verkocht worden, is dat ze heel makkelijk oxideren. De luchtdichte zak verhindert de oxidatie. Als de zak een maal geopend is, dan worden de chips ook snel oud. Hetzelfde geldt voor gebranden noten, zoals bijvoorbeeld een zakje zoute pinda’s.
Vergeleken met Ann Wigmore, laat hij de teugels iets vieren. In de Schnitzer Normalkost wordt een beperkt gebruik van boter, zure room, zelf gemaakte yoghurt en slagroom zonder suiker toegestaan.
Strikt gemeden moeten worden:
- Witte suiker en wit meel.
Deze zijn naar zijn mening twee van de belangrijkste oorzaken van de voortgaande en desastreuse ondermijning van de gezondheid in de Westerse samenlevingen. - Alle soorten groente en vruchtensappen.
Ook versgeperste vruchtensappen moeten gemeden worden in verband met de rijkdom aan vruchtensuikers in het sap. Het maken van sap ziet Schnitzer als een vorm van raffinage, waardoor het sap uit zijn natuurlijk verband gehaald wordt en de voeding dus onevenwichtig wordt. - Gekookte groenten en fruit.
Zelfs een kleine hoeveelheid gekookte groenten kan in zijn ervaring aanleiding zijn tot bloedend tandvlees. Dit wijst erop dat gekookte groente de capilaire bloedvaten kan beschadigen. - Vlees, vleesprodukten en vis.
Overtollig dierlijk eiwit wordt onder meer in de basaal membranen van de capilaire bloedvaten opgeslagen en maken deze volgens Wendt tot tien maal zo dik. Zuurstof, voedingsstoffen en hormonen komen daardoor veel moeilijker in de lichaamscellen en afvalstoffen kunnen veel moeilijker uit de cellen afgevoerd worden. - Geharde vetten (margarine) en gangbare plantenolien
Alleen plantenoliën van de eerste, koude persing zijn toegestaan. Deze zijn niet heet geworden of verhit tijdens de persing. Zij zijn dus niet geoxideerd en gedenatureerd. Dit kunnen zonnebloemolie, saffloerolie en lijnzaadolie zijn. Dit is om, naast de ongebrande noten, te voorzien in de behoefte aan essentiele vetzuren. - Bier, wijn en elke verdere vorm van alcohol
Alcohol is slecht voor de lever en de hersencellen. Geconcentreerde alcohol beschadigt de slijmvliezen in de mond, de slokdarm en de maag. - Koffie, thee en roken
Zwarte thee is toegestaan.)
Onderstaand een voorbeeld van een dag Schnitzer dieet voor één persoon,
samengesteld naar aanleiding van het boek “Schnitzer Intensivkost, Schnitzer Normalkost”:
- Ontbijt (403 Kcal)
60 gram vers grofgemalen biologische kiemkrachtige tarwe wordt minimaal 30 minuten en maximaal 10 uur geweekt in 110 gram lauw leidingwater. Om oxidatie door de zuurstof in de lucht te voorkomen moet het tarwemeel met de achterkant van een lepel onder water gedrukt worden. Roeren van het tarwemeel is in dit stadium niet toegestaan, omdat men dan lucht en dus zuurstof in de pap brengt en daarmee de oxidatie bevordert.
Bij de bereiding van het ontbijt voegt men een halve geraspte appel toe, een halve eetlepel citroensap, 100 gram vers fruit van het seizoen en 30 gram grof gehakte verse noten, bijvoorbeeld amandelen, hazelnoten of walnoten. Alles zoveel mogelijk van biologische teelt. Om het gehalte aan mineralen en spoormineralen van dit ontbijt te waarborgen voegt Schnitzer er een afgestreken koffielepel van een eigen mineralenpoeder (Pulvin) toe. In Nederland zal men Pulvin niet kunnen krijgen. Hiervoor in de plaats zou men een mineralen voedingssupplement kunnen nemen van een goed merk.
Het ontbijt moet in een hoog tempo bereid worden om oxidatie van de ingrediënten te voorkomen. De appel moet geraspt worden met een rasp van edelstaal om oxidatie te voorkomen en de geraspte appel mag dus niet bruin worden. Zodra de verschillende ingrediënten ondergeroerd zijn in de tarwemeelpap, zijn ze beschermd tegen oxidatie door zuurstof uit de lucht.
Bij dit ontbijt mag men één kopje van een thee naar keuze gebruiken. Produceert men te weinig maagzuur voor een goede spijsvertering en wil men dit niet verder verdunnen, dan wordt aangeraden om de thee achter- wege te laten of om de thee een half uur voor het ontbijt te drinken.
Is men voor een bestanddeel van zijn dieet allergisch, dan zal men dit moeten vervangen door een voedingsmiddel waar men niet allergisch voor is.
- Het middageten (315 Kcal)
Rogge-ramenas schotel:
Dertig gram geweekt roggemeel goed vermengen met twintig gram geraspte ramenas en op een aparte schotel serveren.
Komkommer-tomaten salade:
Maak een saus van één eetlepel saffloerolie met één theelepel appelazijn vermengd met vers gemalen peper, paprika en dille.Ongeveer 300 gram komkommer goed wassen en in blokjes snijden en in een schaal doen. Twee tomaten, ongeveer 150 gram, in kleine partjes snijden en bovenop de komkommer leggen in de schaal. De saus er goed verdeeld over uitgieten.
Witlof salade:
Maak een saus van één theelepel saffloerolie met één eetlepel citroensap vermengd met vers gemalen peper en paprika. Ongeveer 100 gram witlof goed wassen, uit laten lekken, snijden en in een kom doen. De saus er goed overheen verdelen en de witlofsalade direkt opeten. De kwaliteit van gesneden witlof loopt snel terug.
- Avondeten (663 Kcal)
Gekiemde granen en bonen:
Twintig gram gekiemde tarwekorrels met twintig gram gekiemde sojabonen opdienen op een apart bordje. Informeer bij uw natuur-voedingswinkel naar kiemapparatuur en een handleiding voor kiemen.
Wortel salade:
Giet 2 theelepels saffloerolie en 1 theelepel citroensap in een schotel. Rasp 100 gram wortels rechtstreeks in de schotel, vermeng goed. Rasp een halve appel (ongeveer 40 gram) in de schotel en meng weer goed. Hak 6 hazelnoten grof in de schotel en meng weer goed. Garneer met peterselie.
Selderij rauwkost:
De bereiding en de ingrediënten zijn, behalve 100 gram selderij, identiek met de wortel salade.
Chinese kool:
Maak een saus van één theelepel saffloerolie en één theelepel appelazijn met peterselie, basilicum, melisse en dille. Neem 100 gram chinese kool en snijdt deze in ½ cm brede repen in de saus. Versier dit gerecht met partjes mandarijnen.
Het totaal aantal caloriën per dag van dit dieet is circa 1400 Kcal.
Voor de Westerse man wordt 2000 tot 2400 Kcal. normaal geacht.
Dit lijkt dus een honger dieet. De ervaring is echter dat iedereen op dit dieet verzadigd raakt en dat velen eten moeten laten staan.
Dit dieet is dus op een vooralsnog onverklaarbare wijze bijzonder energierijk en voedzaam.
Hoewel minder strikt rauw, vegetarisch en ongeoxideerd, lijkt het dieet van de Hunzakuts wel wat op het Schnitzer dieet. De Hunzakuts leiden, met de Westerse mens vergeleken, een bijzonder actief leven in moeilijke omstandigheden. De verwachting zou dus zijn dat zij veel caloriën per dag nodig zouden hebben.
Stammen in Noord India, die leven onder de dezelfde omstandigheden eten 5000 tot 6000 caloriën per dag. Een Pakistaans onderzoek heeft echter uitgewezen dat de mannelijke Hunzakuts slechts 2000 Kcal. per dag consumeren. Op een nog onverklaarbare manier is ook hun dieet dus zeer voedzaam en energierijk.
In het boek “Schnitzer-Intensivkost, Schnitzer-Normalkost” staan recepten als bovenstaand voor 14 dagen. De recepten zijn zo samengesteld, dat men, volgens de stand van de huidige voedingswetenschap, voldoende eiwitten, koolhydraten, vetten, mineralen, vitaminen en overige voedingsstoffen binnenkrijgt. Dit dieet kan dus duurzaam, jarenlang gegeten worden, zonder dat er tekorten aan voedingsstoffen ontstaan.
9.2) De gevaren van wit meel en suiker volgens Schnitzer
De waarnemingen van Weston Price zijn duidelijk, als suiker en wit meel geconsumeerd worden, dan holt de gezondheid achteruit.Vrijwel alle schrijvers over gezonde voeding wijzen het gebruik van wit meel en witte suiker af. Dit meestal omdat het zogenaamde lege calorieën zijn, die alleen energie zouden leveren en grotendeels ontdaan zijn van de begeleidende vitamines en mineralen.
Vaak wordt de suggestie gewekt, dat dit tekort aan vitaminen en mineralen de reden is dat wit meel en suiker slecht zijn, maar waarom dit dan precies slecht is, wordt niet exact duidelijk gemaakt. Schnitzer gaat wel verder en geeft in zijn boek over suikerziekte exacte redenen waarom wit meel en suiker slecht voor de gezondheid zijn. Hij analyseert daarvoor de consequenties van het bijna volstrekt ontbreken van begeleidende vitaminen en mineralen in wit meel en witte suiker voor de ademhaling en de energie productie van de lichaamscel.
De globale gangbare voorstelling van de celademhaling en de energieproductie in de cel zoals bijvoorbeeld beschreven in de Winkler Prins encyclopedie is als volgt:
“Zetmeel bestaat uit een rijtje gekoppelde glucose moleculen. Het suikermolecuul, een disacharide, is een koppeling van fructose en glucose. De enzymen van de spijsvertering zorgen ervoor dat deze moleculen losgekoppeld (verteerd) worden, waarna ze door het bloed opgenomen worden. De glucose en fructose worden naar de lichaamscellen getransporteerd door het bloed. Vervolgens worden zij in de lichaamscellen met behulp van “ingewikkelde enzymematische processen” verbrand. Hierbij wordt relatief veel energie geproduceerd, dat de lichaamscellen onder ander nodig hebben om zich warm te houden, te werken, voor groei en voor de aanmaak van de bouwstenen van de cel. De restproducten van dit proces zijn kooldioxide (CO2) en water (H2O). Het water wordt uitgescheiden en het kooldioxide wordt uitgeademd. Dit proces staat ook bekend als de citroenzuurcyclus of als de Krebscyclus.”
Als deze cyclus inderdaad zo verloopt, dan is het resultaat perfect. Het lichaam krijgt de energie, die het nodig heeft en wordt niet belast met allerlei afvalstoffen. Is er echter geen zuurstof aanwezig, dan kan de cel geen energie meer produceren door oxidatie en moet terugvallen op vergisting voor de productie van energie.
Dit belast het lichaam wel met afvalstoffen. Onder andere worden melkzuur en pyrodruivenzuur geproduceerd. De energieproductie door oxidatie (verbranding, ademhaling) is een efficiënter proces en levert veel meer energie op dan de energie productie door vergisting.
Schnitzer vestigt de aandacht erop dat er niet alleen glucose en zuurstof aanwezig moeten zijn om te zorgen voor een goede verbranding, maar ook dat die “ingewikkelde enzymatische processen” optimaal moeten verlopen voor een goede verbranding. Voor de vorming van de enzymen die deze processen faciliteren zijn onder anderen vitaminen van het B-complex, spoorelementen, mineralen en essentiële vetzuren nodig. Een voorbeeld is het co-enzym Q10, dat een belangrijk rol speelt bij het elektronen transport in de celademhaling. Dit co-enzym wordt geproduceerd door het lichaam zelf met behulp van talrijke vitaminen op basis van phenylalanine.
In de volle graankorrel zijn dit soort hulpstoffen rijkelijk voorhanden. In geraffineerde witte suiker en geraffineerd wit meel zijn echter weinig meer van deze noodzakelijke begeleidende voedingstoffen te vinden.
Waar Dr. Schnitzer echter niet op wijst is, dat bij al die enzymatische processen van de celademhaling en energieproductie elektronen betrokken zijn. Als de voeding geoxideerd is, zijn er minder elektronen aanwezig om deze processen te faciliteren. Daardoor worden de celademhaling en de energie productie gestoord. In voedsel dat oxideert vertrekken de elektronen. Hieruit blijkt hoe belangrijk het is dat voedsel vers en rauw gegeten wordt. In vers en rauw voedsel zitten relatief de meeste elektronen. Met chloor gebleekt wit meel bijvoorbeeld is vrijwel totaal geoxideerd en daarmee ontdaan van zijn elektronen. Zelfs schimmels kunnen op dit meel niet leven. Ook witte suiker heeft relatief weinig elektronen voorhanden1).
Voor de oxidatie van glucose uit witte suiker en wit meel moeten er dus vitaminen uit het B-complex, spoorelementen, mineralen, enzymen en elektronen uit andere plaatsen in het lichaam gehaald worden of uit ander voedsel. Zij worden daar onttrokken aan andere belangrijke enzymatische processen of aan voorraden in het lichaam. Meestal lukt dit maar ten dele, hetgeen betekent, dat een gedeelte van de glucose niet verbrand kan worden. Dit gedeelte wordt dan door de cel vergist. Voor vergisting zijn minder voedingsstoffen nodig dan voor verbranding. Tevens levert vergisting minder energie op. De behoefte ontstaat dus om meer calorieën te eten, om toch de benodigde energie te produceren. Zoals gezegd resulteert vergisting in een aantal organische zuren, waaronder melkzuur en pyrodruivezuur.
Volgens Dr. Schnitzer verzuurt als resultaat het bindweefsel van het lichaam. Om deze zuren in het lichaam te neutraliseren, worden onder meer basische mineralen als calcium en magnesium aan de botten en tanden onttrokken. Dit draagt er aan bij dat de tanden rijp worden voor tandbederf (cariës) en de botten worden breekbaarder (osteoporose).
De stofwisseling van kankercellen is eveneens op vergisting gebaseerd. Deze voelen zich in het aldus geschapen stofwisselingsmilieu op hun plaats. Kanker- tumoren zijn grote consumenten van glucose. De ademhaling van gezonde cellen wordt in dit milieu gehinderd.
Volgens Schnitzer draagt de onvolledige verbranding van geraffineerde koolhydraten er ook aan bij dat de koolhydraten (suiker en wit meel) deels omgezet worden in verzadigd vet. Dit leidt tot overgewicht.
Samen met de verzadigde vetten, die via de voeding binnen komen, verdringen deze vetten de zeer dunne laag van onverzadigde vetzuren, die aan de binnenkant van de bloedvaten zitten. De functie van deze vetzuren is om de zuurstof uit het bloed aan de vaatwanden over te dragen.
Als deze functie niet meer vervuld kan worden, dan verstikt de vaatwand gedeeltelijk en ontstaan er een soort zweren, die het begin van aderverkalking en hart- en vaatziekten vormen.
Schnitzer geeft echter geen compleet beeld van hoe en onder welke omstandigheden dit laatste proces zich voltrekt. Het blijft mijns inziens een interessante hypothese.
Gedurende de periode dat de suikerspiegel in het bloed hoog is, verbinden de glucose moleculen zich met aminozuren in de eiwitten. Deze abnormale eiwitten worden vervolgens in de weefsels opgenomen en richten daar enorme schade aan, vooral in de ooglens en de omhulsels van de zenuwen. Daarnaast worden ze in de bindweefsels van de huid, de pezen en de membranen opgenomen. In de huid kunnen dat lelijke bruine vlekken zijn. Dit zijn de zogenaamde ouderdoms-vlekken ook wel levervlekken genaamd. In Frankrijk staan ze bekend als “de bloemen van het kerkhof”. Dit proces vindt plaats bij iedereen die teveel suiker eet.
Weston Price rapporteert de reactie van de bevolking van de Buiten Hebriden op de introductie van wit meel en witte suiker. Deze eilandengroep had een 6.000 jarige geschiedenis van een gezonde menselijke bewoning in een zeer ruig klimaat. Stormen uit de Atlantische oceaan teisterden deze eilandengroep voortdurend. Na introductie van suiker en witmeel begon de bevolking eerst aan zeer ernstig tandbederf te lijden en daarna aan een zo hevige tuberculose, dat soms wel 50% van de bevolking van bepaalde eilanden overleed.
Tegenwoordig is bekend dat het gebruik van suiker en met name witte suiker de immuunfunctie aantast. De arts Melveyn R. Werbach zegt hierover het volgende:
“We weten dat het gebruik van suiker verminderd zou moeten worden, aangezien suiker de immuniteit op diverse manieren aantast. Bij het gebruik van glucose door gezonde volwassenen werd de lymfocytentransformatie (een aanwijzing dat er een activering van de immuunfunctie plaatsvindt) significant verminderd. Bovendien bleken diverse enkelvoudige suikers zoals, glucose, fructose en sucrose, evenals suikers uit honing en sinaasappelsap het vermogen te verlagen van de neutrofiele granulocyten om bacteriën te vernietigen.
Resultaten uit proeven met dieren geven aan dat suiker ook de humorale immuniteit zou kunnen verminderen als het in de plaats komt van andere voedingsstoffen bij een gelijkblijvende hoeveelheid calorieën. Naarmate de voedingswaarde van het dieet werd verlaagd door geleidelijk meer sucrose aan het voedsel toe te voegen in stappen van 10%, nam de productie van antilichamen proportioneel af. Zelfs als het dieet maar 10% suiker bevatte, werd de productie van antilichamen al met 50% verminderd.” (2)
Antibiotica was in de tijd van Price nog niet ontdekt en is later, naast vaccinatie, met succes gebruikt om tuberculose te bestrijden. Aan de slechte voedingsstatus van de mensen veranderen vaccinatie en antibiotica niets. Deze zorgen ervoor dat infectieziekten weinig kans meer hebben, maar de slechte voedingstatus blijft bestaan en zorgt ervoor dat andere ziektes nu hun kans krijgen.
Als men een Schnitzer dieet van 1400 calorieën per dag consumeert, dat geheel rauw, vers, niet geoxideerd, ongeraffineerd, biologisch en alleen thuis bewerkt is, dan is de ervaring, dat men door dit dieet compleet verzadigd wordt.
Eet men een modern doorsnee dieet met daarin producten op basis van gebleekt witmeel en witte suiker, dan zijn minstens 2000 tot 2400 calorieën noodzakelijk. De oorzaak ligt tegen bovenstaande achtergrond voor de hand. Een deel van het voedsel dat niet verbrand kan worden met hoge energieopbrengst, moet vergist worden met lage energieopbrengst. Dus moeten er meer calorieën gegeten worden om dezelfde energieopbrengst te hebben. Ook het feit dat de Hunzakuts slechts 2000 calorieën hoeven te consumeren, zou tegen deze achtergrond verklaard kunnen worden.
Ook uit moderne dierproeven blijkt dat als men muizen voedt met een dieet dat de helft van de normale hoeveelheid calorieën bevat, maar dat rijk is aan vitaminen, mineralen en alle andere noodzakelijke nutriënten, dat deze muizen gezond en slank blijven en een hoge leeftijd bereiken. In menselijke termen worden ze wel 120 jaar.
Ook Pottenger nam waar dat zijn katten, die gezond gevoed werden met vers vleesafval en verse rauwe melk erg oud (20 jaar) werden. Op zo’n dieet wordt het voedsel kennelijk vrijwel volledig verbrand met een hoge energieopbrengst zonder de productie van een voor het lichaam niet verwerkbare hoeveelheid afvalstoffen en vrije radicalen.
Op basis van deze kennis zijn sommige Amerikaanse voedingswetenschappers er toe overgegaan om zelf een laag calorisch dieet te eten met een hoge inhoud aan vitaminen en mineralen, met de verwachting dat ze dan slank en gezond een hoge leeftijd zullen bereiken. Mijn verwachting is dat dit alleen lukt als dat dieet ook vers, rauw, biologisch en dus rijk aan elektronen is. Het voordeel is dat daarbij niet gehongerd hoeft te worden, omdat men al door circa 1400 calorieën verzadigd raakt. Het is dus een ideaal dieet om op af te vallen.
9.3) De gevaren van teveel eiwit volgens Schnitzer
Ons lichaam heeft 11 zogenaamde essentiële aminozuren nodig.
Aminozuren zijn de bouwstenen van eiwitten.
Essentieel betekent in dit verband dat het lichaam deze aminozuren niet zelf kan aanmaken en dat ze dus via de voeding moeten worden opgenomen.
Gebeurt dit niet, dan ontstaan allerlei gebrekziektes.
In dierlijk eiwit komen deze 11 essentiële aminozuren in ruime mate voor. De conclusie die de gangbare voedingswetenschap trekt, ligt dus voor de hand. Er moet voldoende dierlijk eiwit gegeten worden om te ontkomen aan gebrekziektes en voor de opbouw van een gezond lichaam, dat voor een belangrijk gedeelte uit eiwit bestaat.
Dierlijk eiwit, vlees en vis, zit tegenwoordig echter vol met bacteriën en parasieten. Bekend zijn de regelmatig terugkerende rapportages over bejaardenhuizen, waar bejaarden met een zwakke weerstand zijn overleden aan salmonella door de consumptie van onvoldoend gekookte eieren of van kippenvlees, dat niet tot op het bot gaar was. In onder andere kaas van rauwe melk wordt in uitzonderlijke omstandigheden de listeria bacterie aangetroffen, die bij een zwakke weerstand ook fatale gevolgen kan hebben.
Om deze en andere ziekteverwekkers te doden wordt vlees gebakken of gekookt. Melk wordt gepasteuriseerd. Tegenwoordig wordt ook al radioactieve bestraling gepropageerd om alle ziekteverwekkers in met name vlees te doden. Een van de nadelen van bestraling is echter dat er veel zwaar oxiderende vrije radicalen door ontstaan.
Echter nergens in de natuur worden eiwitten na een hitte behandeling gegeten. Alleen de mens doet dit en hij doet dat in evolutionaire termen gezien nog niet zo lang. Een kind dat de borst krijgt, krijgt de eiwitten en vetten in de melk in verse en rauwe vorm naar binnen.
De vraag is dus of deze behandeling van eiwitten met hitte wel goed voor ons is. Voor de katten van Pottenger is bewezen, dat de hittebehandeling van vlees en melk de gezondheid van de katten ernstige schade toebracht. Sommige lepra patiënten van Dr. Schnitzer genazen binnen twee jaar voor 90 % alleen door hun gebruikelijke voeding niet meer gekookt, maar rauw te eten.
Schnitzer is een verklaarde tegenstander van het eten van verhit dierlijk eiwit, vlees, vis, kaas, kwark, melk en eieren.
Hij citeert professor L. Wendt die aangetoond heeft dat, bij een overvloedige consumptie van verhit dierlijk eiwit, de eiwitten die het lichaam niet kan gebruiken onder meer opgeslagen worden in de wanden van de basaalmembranen van de capillaire bloedvaten, de wanden van de bloedvaten, in het bindweefsel en in de membranen van alle lichaamscellen.
Als gevolg hiervan kunnen voedingsstoffen, zuurstof en hormonen de cellen moeilijker bereiken en kunnen afvalstoffen uit de cellen moeilijker afgevoerd worden.
Als bijvoorbeeld een hormoon als insuline de lichaamscellen niet meer of slecht kan bereiken, dan kan de glucose ook niet meer of slecht opgenomen worden door de cellen. Schnitzer ziet dit als een oorzaak van ouderdomssuikerziekte. Dit zou dus een reden kunnen zijn waarom zijn dieet bij ouderdomssuikerziekte helpt.
De verdikking van de wanden van de bloedvaten leidt tot een vermindering van de binnendiameter van de bloedvaten. Samen met de verminderde doorlaatbaarheid van de capillaire bloedvaten betekent dit dat het lichaam een hogere bloeddruk moet produceren om toch de voedingsstoffen en zuurstof naar de cellen te persen Dit is volgens Schnitzer de oorzaak van hoge bloeddruk. Klinisch is aangetoond dat zijn dieet, dat de voorraden eiwitten in de wanden van de bloedvaten afbouwt, uitstekend werkt tegen hoge bloeddruk (3).
Verder legt Schnitzer ook verbanden tussen een overvloedige consumptie van verhitte dierlijke eiwitten en hartaanvallen, herseninfarcten, artrose en kanker.
Echter ook Schnitzer geeft toe dat de gezondheid van Eskimo’s, die vrijwel alleen vlees en vis eten uitstekend is. Hij wijst er evenwel op dat de Eskimo’s de dierlijke eiwitten rauw eten. De enzymen in het vlees of de vis worden dus niet door een hitte behandeling uitgeschakeld en de aanwezige elektronen vertrekken door de hitte behandeling ook niet.
Hierdoor wordt het dierlijk eiwit goed verteert en het wordt dan kennelijk niet in het lichaam opgeslagen.
Het is in dit verband interessant om zich te realiseren dat vijf procent qua calorieën van de menselijke borstvoeding uit rauwe dierlijke eiwitten bestaat. Op basis hiervan groeit en ontwikkelt een baby zich gezond. Mijns inziens zou dit er weer voor pleiten om beperkt, een keer per week, dierlijke eiwitten te eten en dit zo mogelijk rauw. Hiervoor kan gedacht worden aan op ziektekiemen gecontroleerde verse rauwe melk en kaas van verse rauwe melk. Nieuwe haring of rauwe oesters zijn andere mogelijkheden. Of de theorieën van Dr. Schnitzer juist zijn, is echter pas in tweede instantie interessant. Op de eerste plaats is de waarneming belangwekkend, dat zijn dieet de gezondheid bevordert en dat het ziekten kan genezen.
9.4) Resultaten van het Schnitzer dieet
In het Schnitzer Report wordt verslag gedaan van een onderzoek bij 4.702 personen die berichten over hun persoonlijke ervaringen met het Schnitzer dieet.
- 92,2% voelen zich energieker dan voorheen.
- 20,7% voelt zich nooit meer moe.
- 49,1% geeft aan dat hun gevoel van welzijn zich wezenlijk verbeterd heeft.
- 54,3% heeft nooit meer last van griep.
- 27,5% is nooit meer verkouden.
- 74,4% heeft nooit meer last van constipatie.
- 36,8% heeft helemaal geen problemen met zijn gebit meer.
- 24%% heeft geen problemen meer met zijn tandvlees.
- 56,3% geeft aan helemaal geen last meer van welke ziektes dan ook te hebben.
Hoewel daar in het onderzoek niet naar gevraagd werd, werd er vaak spontaan aangegeven dat ook de geestelijke stabiliteit, het emotionele welbevinden en het humeur aanmerkelijk verbeterd waren. Hier blijkt dus weer dat een goede gezondheid meer is, dan alleen “niet ziek” zijn. Personen die te zwaar waren, vielen op het Schnitzer dieet langzaam maar gestaag af zonder te moeten hongeren en kwamen vaak op hun ideale gewicht. Echter, personen die te mager waren, kwamen op dit dieet aan. Hartziektes, vaatziektes en ziektes van de bloedsomloop verbeterden of genazen. Zo normaliseerde te hoge bloeddruk zich, maar te lage bloeddruk ook! Flauwvallen, duizeligheid en migraine verdwenen in een aantal gevallen geheel. De functies van de lever, gal, maag, darmen en de alvleesklier normaliseerde zich. Voormalige suikerzieken rapporteerden dat ze geen medicijnen meer nodig hadden, colitis verbeterde, zweren in de twaalfvingerige darm verdwenen geheel, leverfuncties werden weer normaal, een galblaasoperatie kon vermeden worden. Er worden een aantal gevallen gerapporteerd van reuma die verbeterden of zelfs genazen.
Bij kinderen worden de volgende resultaten gemeld.
- 63.2% is zelden ziek.
- 24,1% is nooit meer ziek.
- 38,8% heeft zelden meer griep.
- 50,3% heeft nooit meer griep.
- 74,5% is zelden verkouden.
- 11,9% is nooit meer verkouden.
- 22,8% heeft zelden ontstoken amandelen.
- 80,8% heeft nooit meer ontstoken amandelen.
Aangegeven wordt verder dat niet alleen de gezondheid verbeterde, maar dat de kinderen op school en bij sport ook duidelijk beter presteerden. Kousmine rapporteert overigens dezelfde soort resultaten bij kinderen, die volgens haar aanwijzingen gevoed worden.
Als we bedenken dat de personen die bovenstaande resultaten rapporteren, het dieet gevolgd hebben zonder enige deskundige begeleiding, dan zijn deze resultaten ronduit verbazingwekkend. Aan de andere kant moeten we ons ook realiseren, dat mensen die geen resultaten geboekt hebben waarschijnlijk niet zo gemotiveerd waren om dit te rapporteren.
Ook het Dr. Schnitzer dieet wijkt nogal af van de normaal gebruikelijke manier van eten.
Het nu volgende dieet van Dr. Kousmine komt dichter bij de normale manier van eten, maar is nog steeds in staat om ernstige ziektes te genezen.