Catherine Kousmine is geboren in 1904 in Rusland. Haar familie was in goede doen en ging regelmatig met vakantie in Zwitserland. Na het uitbreken van de Russische revolutie in 1916 vestigde de familie zich in Zwitserland met achterlating van alle bezittingen. In Zwitserland ging Catherine naar de middelbare school in Lausanne. Haar grote intelligentie overwon al snel de handicaps van een nieuwe taal, het Frans, en een ander schoolsysteem. Zij ontwikkelde zich spoedig tot een van de beste leerlingen. Vooral wiskunde boeide haar. Het zuiver logische denken dat wiskunde vereist, heeft haar manier van denken voor de rest van haar leven gevormd.
Haar studie geneeskunde aan de universiteit van Lausanne financierde zij door bijlessen te geven. In 1928 studeerde zij als de beste van haar jaar af. Zij specialiseerde zich vervolgens in de kindergeneeskunde in Zürich en Wenen. Zij leerde in Wenen van een oudere collega om op de eerste plaats goed waar te nemen en vervolgens om op basis van haar waarnemingen zuiver logisch na te denken. Dit in tegenstelling tot het gebruikelijke leunen op de leerstellingen van medische autoriteiten en het blind toepassen van methoden uit leerboeken.
Zij koos de specialisatie kindergeneeskunde, omdat ze een verklaard tegenstander was van het opdelen van de mens in subsystemen, om deze vervolgens apart te bestuderen. De kindergeneeskunde gaf haar de gelegenheid om zich als generalist, die zich bezig hield met de gehele mens, verder te ontwikkelen. In 1934 vestigde zij zich als arts.
De meeste van haar patiënten werden vanzelf beter en waren voor haar geen uitdaging. Echter twee van haar patiënten, een jongen en een meisje, allebei 12 jaar oud, overleden aan kanker zonder dat de oncologie van die tijd enige hulp kon bieden. Daarom stortte zij zich, samen met een scheikundige en een apotheker, op het onderzoek van kanker in een ongebruikte keuken van haar appartement. In eerste instantie niet om kanker te bestrijden, maar om de rol die kanker in het lichaam speelt te begrijpen. Gedurende 17 jaar bestudeerde zij, geheel onafhankelijk, kanker op basis van proeven met witte muizen.
Zij kon de dure laboratoriumvoeding van de witte muizen niet betalen. Daarom liep zij de bakkers af om brood in te zamelen en voedde zij de muizen de ene dag met tarwe, brood, melk, wortelen en biergist. De andere dag kregen de muizen de laboratoriumvoeding. Door het laboratorium in Parijs, dat de muizen leverde, werd gegarandeerd dat 90% van de muizen op een leeftijd van vier maanden kanker aan de melkklieren (borstkanker) zouden krijgen. Echter op bovenstaande voeding daalde het aantal gevallen van kanker bij deze muizen tot 50%.
Zij had veel tijd nodig om deze waarnemingen te aanvaarden. Want zij gingen in tegen alles wat zij als arts in haar opleiding over kanker had geleerd. Eenmaal aanvaard, wekten deze observaties haar belangstelling voor de geneeskrachtige gevolgen van gezonde voeding en voor de geneeskunde met behulp van lichaamseigen stoffen, zoals vitaminen en mineralen. Een geneeskunde die later van Linus Pauling de naam orthomoleculaire geneeskunde kreeg. Alle zekerheden, die met betrekking tot kanker in de medische vakliteratuur werden verkondigd, stonden nu voor haar op lemen voeten. Zij wist nu dat ze helemaal overnieuw moest beginnen, dwars tegen alle gevestigde meningen in.
In 1949 verwezen vrienden een opgegeven, of zoals dat tegenwoordig heet, een uitbehandelde kankerpatiënt naar haar, die volgens de statistieken een levensverwachting van twee jaar had. Op basis van een behandeling met vitaminen, mineralen en een strikte voedingsdiscipline genas deze patiënt binnen korte tijd. Echter telkens als hij “beter” was begon hij weer ouderwets “lekker” te eten en steeds kwam de kanker weer terug. Dan was hij weer bereid om zich aan zijn gezonde dieet te houden en verdween de kanker weer. Dit herhaalde zich gedurende negen jaar negen maal. Voor iedereen, ook voor de patiënt zelf, was toen duidelijk wat de oorzaak van zijn ziekte was. De behandelende oncoloog stelde hem toen voor de keus tussen de dood door lekker eten en het leven door gedisciplineerd gezond maar toch ook lekker te eten. De patiënt koos ervoor om duurzaam en gedisciplineerd gezond te eten en de kanker kwam niet meer terug. Tot in de jaren negentig zag Kousmine hem nog twee maal per jaar. Hij was inmiddels 89 jaar geworden en nog steeds in goede gezondheid. Voor Kousmine was dit het bewijs dat zij op het goede spoor zat.
Zij ontwikkelde de werkhypothese, dat kanker grotendeels ontstaat door onze moderne voeding. Deze tast de gezonde darmflora aan die onder andere melkzuren, en azijnzuren produceert. In deze gezonde omgeving kunnen kwalijke bacteriën zich niet duurzaam handhaven en worden ze met de stoelgang afgevoerd. Heel belangrijk is dat deze darmflora de kwalijke bacteriën niet dood maakt, zoals antibiotica dat doet, zodat er ook geen resistentie kan ontstaan. Door onze moderne voeding wordt deze gezonde darmflora vervangen door een rottingsflora door het eten van te veel vlees en/of door een Coli flora door het eten van te veel suiker.
De stofwisseling van bijvoorbeeld de rottingsflora produceert allerlei vergiften (toxines) en deze tasten het darmslijmvlies aan. Het darmslijmvlies gaat om deze toxines te verwijderen, ontsteken, wordt daardoor te doorlaatbaar en laat de toxinen door, die in het bloed opgenomen worden. Het bloed transporteert de toxinen naar de lever, die deze normaal gesproken onschadelijk maakt. Is de lever zwak of wordt zij overbelast met een overmaat aan toxines, dan kan ze deze niet meer onschadelijk maken en blijven de toxines in het bloed circuleren. Dit tast ook de aderen aan en afhankelijk van de plaats waar de toxines tenslotte gedeponeerd worden ontstaan verschillende ziektes, zoals kanker, reumatische artrose en multipele sclerose.
Een andere weg is die over het longslijmvlies, dat aangetast door luchtverontreiniging of tabaksrook ontsteekt, doorlaatbaar wordt en tumoren vormt om de toxines uit de tabaksrook, zoals teer, op te slaan. Dat het lichaam teer uit tabak opslaat, kan elke openbare sauna u vertellen. Om de tien jaar ongeveer moeten de sauna banken van een publieke sauna vervangen worden. Bij die gelegenheid kan ook de laag teer onder de banken verwijderd worden, die door de rokers onder de bezoekers is uitgezweet. Ik heb een zoon die rookt. Als hij bij ons in de sauna was geweest, dan lagen er altijd bruine vlekken op de vloer onder de bank.
Heeft het lichaam nog voldoende vitaliteit aldus Kousmine, dan vormt het ter bescherming tegen de circulerende toxines kankertumoren. Deze fungeren als tijdelijke opslagplaats. Als de aanvoer van toxines stokt door gezonde voeding en een normalisering van de doorlaatbaarheid van het darmslijmvlies, dan is deze opslagplaats niet meer nodig en verdwijnen de tumoren weer.
Echter het neutraliseren van de toxines heeft de voorraden vitaminen en mineralen in het lichaam uitgeput of flink aangetast. Daarom moeten deze extra gesuppleerd worden tot ze weer op peil zijn.
Kousmine deed proeven met witte muizen om deze hypothese te onderbouwen. Er bestaat een bloedvergif dat geproduceerd wordt door een micro-organisme, Welchia Perfringens genaamd, dat als saprofyt (afvaleter) in de darm en andere lichaamsholten leeft. Als zij dit vergif inspoot in witte muizen met tumoren, die op sterven na dood waren, dan bleek dat deze muizen een dosis Perfringens toxine verdroegen, die twee tot drie maal hoger was dan die waarop 100% van de gezonde muizen zonder tumoren overleed. Kennelijk wordt dit vergif opgeslagen in de tumoren en daarmee aan de circulatie in het bloed onttrokken, zodat het geen verdere schade aan het lichaam kan toebrengen.
Hulda Regehr Clark
Ook Hulda Regehr Clark beschrijft in haar boek “The Cure for all Advanced Cancers” haar verbazing over het feit dat zij, iedere keer als een carcinogeen of mutageen gegeten of gedronken werd door een van haar kankerpatiënten, zij deze binnen de kortst mogelijk tijd in de tumor aan kon tonen. Zij constateert verder dat behalve carcinogenen en mutagenen ook vitaminen en immune stimulatoren door de tumor aangetrokken worden. Zij noemt dit door haar onbegrepen verschijnsel morbitropism (1). Hulda Clark noemt als oorzaken van kanker vooral oplosmiddelen, synthetische kleurstoffen en conserveringsmiddelen. Allemaal zaken die met de moderne voeding ingenomen worden.
De waarnemingen van Hulda Clark onderstrepen de inzichten van Kousmine nog verder. Niet alleen slaat de tumor de toxinen op, het trekt ook vitaminen en immune stimulatoren aan om deze onschadelijk te maken. Kousmine verwoordt dit echter anders en zegt dat de tumor als een extra ontgiftigingsorgaan, functioneert. Vanuit dit perspectief is een kankertumor dus een positief verschijnsel. Het stelt de dood een tijdje uit en geeft daarmee het lichaam nog wat tijd om zich te ontdoen van de overmaat aan toxines. Volgens deze inzichten concentreert het vergif dat in de reguliere chemotherapie toegediend wordt zich ook in de tumor, zodat deze afsterft, terwijl de rest van het lichaam overleeft, omdat daar de concentratie vergif lager is. De oorzaak van de tumorvorming wordt daarmee echter niet weggenomen.
Als het lichaam onvoldoende vitaliteit heeft en daardoor geen tumor vormt, dan zetten de toxines zich vaak af in de gewrichten. Daar reageert het lichaam op door ontstekingen en hierdoor ontstaat reumatiek. Zetten de toxines zich af in het omhulsel van de zenuwbanen, dan ontstaat multiple sclerose aldus Kousmine.
Op basis van haar waarnemingen, ervaringen en zelf ontwikkelde inzichten ontwikkelde Kousmine succesvolle therapieën voor kanker, multiple sclerose en reumatiek.
In de waarneming van Kousmine hebben al deze patiënten een slechte spijsvertering, constipatie en verdere problemen met hun darmen, vaak een zwaar beslagen tong en een slecht ruikende adem. Hetgeen haar analyse van de oorzaken bevestigt. De ervaring van Kousmine is, dat als haar patiënten overschakelen op een gezonde voeding, dat niet alleen de ziekte geneest, maar dat ook gewicht en figuur zich normaliseren, zonder dat men zich daarvoor hoeft in te spannen. Verder wordt ook de spijsvertering weer normaal en heeft men geen problemen meer met constipatie of slechte adem.
Om dit proces te bespoedigen is het essentieel dat de dikke darm intensief schoongemaakt wordt om de rottings of coli flora te verwijderen middels spoelingen van de dikke darm. Tegenwoordig heet dit colon therapie.
Darmspoeling
Ann Wigmore en Dr. Schnitzer constateren hetzelfde verschijnsel. Als de patiënt gezond gaat eten, dan wordt hij niet alleen beter, maar ook zijn gewicht en figuur normaliseren zich. Ook Ann Wigmore en Dr. Schnitzer schrijven darmspoelingen voor. Ann Wigmore spoelt met water en tarwegrassap,
Dr. Schnitzer spoelt gewoon met water. Interessant is het om zich te realiseren dat tarwegrassap een sterk desinfecterende werking heeft en de rottingsflora dood.
Kousmine schrijft darmspoelingen voor met kamille thee dat ook desinfecteert. Kennelijk zorgt de gezonde voeding er verder voor dat de juiste darmflora weer in het maag darm kanaal geïntroduceerd wordt.
Hulda Clark waarschuwt er echter voor dat onder vullingen, kronen en inlays een permanente kweekbodem van rottingsbacillen aanwezig is, die het maag darm kanaal voortdurend kunnen infecteren. Bij haar ernstige kankerpatiënten constateert zij de zwarte rottingsbacillen tot boven in de slokdarm. Ook zij constateert de resulterende slecht ruikende adem. Haar kankerpatiënten moeten alle kiezen en tanden met vullingen, kronen, inlays en wortelkanaal behandelingen laten trekken.
Deze ongebruikelijke benadering van ziektes als kanker, reumatiek en multipele sclerose door Kousmine sloot niet aan bij de gebruikelijke manier van denken van collega artsen, oncologen en neurologen. Zij hielden vast aan hun gevestigde methoden en de leerstellingen van autoriteiten en leerboeken. Hoe meer succes zij had bij de genezing van haar patiënten, hoe meer onbegrip er was. Wat zij deed kon gewoon niet. Niemand was wetenschappelijk zo flink om haar proeven gewoon te herhalen om zodoende de waarheid van haar beweringen te controleren. Het gevaar was immers dat men zijn bestaande zekerheden op zou moeten geven. Met instemming citeert zij dan ook Albert Schweitzer die gezegd heeft dat “Le destin de tout vérité est d’être ridiculisé avant d’être reconnue”. (Het lot van alle waarheden is om belachelijk gemaakt te worden voordat zij erkend worden.)
Op het dringende en herhaalde verzoek van haar patiënten heeft zij twee boeken geschreven, die zich rechtstreeks tot het lekenpubliek richten. Deze boeken hadden als onderwerp hoe men door gezond te eten ziekte kon voorkomen en genezen en hoe men daardoor gezond oud kon worden. Zij hadden een enorm succes en zijn verkrijgbaar in het Frans, het Duits, het Italiaans en het Spaans.
Deze boeken zijn getiteld:
- “Soyez bien dans votre assiette”
- “Sauvez votre Corps”
Haar boek over de genezing van multiple sclerose is getiteld “La Sclérose en plaques est guérissable?”. Dit boek gaat heel gericht in op de genezing van multiple sclerose en heeft dus een betrekkelijk klein publiek.
Als de basisoorzaak van de overgrote meerderheid van de hedendaagse chronische ziekten zoals kanker, hart- en vaatziekten multipele sclerose en reumatiek ziet Kousmine de voortschrijdende en sluipende degeneratie van onze voeding.
Ik zie als de hoofdoorzaak van deze degeneratie van onze voeding met name het feit dat de maatschappij na de industriële revolutie met de opkomst van het kapitalisme steeds eenzijdiger economisch is gaan functioneren. Dat wil zeggen dat, door deze aanbidding van de Mammon (het geld), steeds meer en steeds vaker economische belangen gingen prevaleren boven andere belangen. De efficiency en zo laag mogelijke kosten van de productie van de levensmiddelen ging sluipend prevaleren boven het belang dat een kwalitatief hoogwaardige voeding heeft voor de gezondheid en productiviteit van de bevolking. Met andere woorden, de kosten van de productie van onze levensmiddelen worden zo laag mogelijk gemaakt. Dit gaat echter ten koste van de waarde voor onze gezondheid van onze dagelijkse voeding. In het geval van industrieel geproduceerd veevoer is dit verschijnsel wel heel duidelijk, alsook de gevolgen die wij in Nederland hebben kunnen zien, varkenspest, mond en klauwzeer, vogelpest en gekke koeienziekte. Meer specifiek kunnen we vrij naar Kousmine de oorzaken als volgt samenvatten:
De economische belangen van de landbouw eisen een hoge opbrengst. De chemische landbouw op basis van kunstmest en landbouwvergif en daaraan aangepaste hybride zaaigoed levert een product op dat weliswaar relatief arm aan voedingsstoffen is en inferieur van smaak, maar dat een grote opbrengst heeft, dat er fraai uitziet en dat goed verkoopt.
De economische belangen van de voedingsmiddelenindustrie eisen dat hun producten lang bewaard kunnen worden, niet bederven, er goed uit zien en goed verkopen. Daarom wordt voedsel geraffineerd, gepasteuriseerd, gesteriliseerd, geconserveerd, gekleurd, van allerlei toevoegingen voorzien en tegenwoordig soms zelfs bestraald. De toevoeging van goedkoop suiker of zout zorgen ook voor een goede conservering, camoufleren het gebrek aan smaak, wordt lekker gevonden en verkoopt goed.
De consument heeft in de loop der jaren steeds meer taken op het gebied van voedselbereiding afgestaan aan de voedingsmiddelenindustrie. Steeds meer voedsel wordt voorbewerkt en ingevroren gekocht, in de koelkast bewaard en in de magnetron opgewarmd.
De medische dienstverlening, de farmaceutische industrie en zelfs de ziektekostenverzekeraars hebben economisch belang bij steeds grotere omzetten.
Het is voor hen economisch gezien onmogelijk om de basisoorzaken van de voortschrijdende en sluipende degeneratie van onze gezondheid aan te pakken. Als zij dat immers wel zouden doen, zouden zij hun eigen bestaan ondergraven. De overheid in zijn rol als wetgever wordt geïnformeerd en bewerkt door de vertegenwoordigers van bovenstaande economische belangen. De resulterende wetgeving is daar mede een weerspiegeling van. Het belang van de politiek is om zoveel partijen als mogelijk tevreden te houden, zodat zij herkozen wordt.
Zolang de consument geen druk uitoefent, zullen alleen de belangen gediend worden van de economisch machtige partijen die wel druk uitoefenen.
Voor de wetenschap tenslotte is het heel moeilijk om onderzoek te doen en om resultaten van onderzoek te presenteren, die tegen al deze gevestigde en machtige economische belangen ingaan. Verder is het belang van wetenschappers niet actie, maar verder onderzoek.
Kousmine noemt de langjarige geschiedenis rond het zwaar kankerverwekkende botergeel, een synthetische kleurstof die vroeger door de witte winterboter gedaan werd om deze zomergeel te kleuren, als een van de vele voorbeelden. Eindeloos onderzoek, verzet van de belanghebbende industrie, trage wetgeving en tenslotte een verbod. Asbest en DDT zijn andere voorbeelden.
Nu moet niet gedacht worden dat al deze gevestigde partijen hun economische belangen tegen beter weten op een bewust perfide manier verdedigen en de consument genadeloos exploiteren ten koste van zijn gezondheid. Nee, de meeste mensen die binnen deze partijen werken, vormen zich niet zelfstandig een mening. Zij geloven wat wetenschappers en andere autoriteiten zeggen. Verder is hun werkelijkheid beperkt en selectief. De feiten die in het voordeel van de gangbare efficiënte en economische productiemethoden zijn hebben hun aandacht. De feiten die nadelig zijn krijgen geen aandacht. Deze mensen geloven oprecht dat ze goed bezig zijn. Zij consumeren de geproduceerde voeding zelf ook. Zij worden daar zelf ook ziek van, maar zij zijn niet in staat om het verband te leggen.
Een mooi voorbeeld is een gezagsgetrouwe tandarts met wie ik in discussie ging over de nadelen van amalgaamvullingen. Hij had zich hierover niet zelfstandig een mening gevormd, maar beriep zich prompt op de richtlijnen van de Nederlandse Maatschappij ter Bevordering van de Tandheelkunde. Om duidelijk te maken dat hij echt geloofde dat amalgaamvullingen heus geen kwaad kunnen, vertelde hij dat hij bij zijn zwangere vrouw zonder problemen een amalgaamvulling gezet had! Hieruit bleek tevens dat hij de richtlijnen niet kende, want die raden dit af.
Nu gaan we terug naar gezondheid en Kousmine. Als eerste moeten dus de problemen rond de slechte spijsvertering en de zieke darmen opgelost worden door gezonde voeding en spoelingen van de dikke darm. Daarnaast past Kousmine zonodig voedingsupplementen toe en worden de zuur / base evenwichten in het lichaam hersteld. Tenslotte moet de patiënt voldoende lichaamsbeweging nemen, mede om te zorgen dat de toevoer van zuurstof naar de lichaamscellen weer op peil komt.
Kousmine is in 1992 overleden op een leeftijd van 88 jaar, na 58 jaar lang de geneeskunde gepraktiseerd te hebben. Zij heeft het grote publiek bereikt met drie boeken. Waarschijnlijk het allerbelangrijkste is echter, dat zij een zestigtal jonge artsen in haar benadering van ziekte en gezondheid heeft opgeleid. Vandaag de dag is er een internationale federatie van Kousmine artsen met takken in Italië, Frankrijk, Zwitserland, België, Spanje, Duitsland en Argentinië.
Het boek “La methode Kousmine” is gepubliceerd in vier talen waaronder Engels, “Kousmine’s Method”, uitgegeven door de Franse uitgever editions Jouvence. De Franse vereniging heeft een website (2).
10.1) Gezonde voeding volgens Kousmine
In het Franstalige deel van Zwitserland en in Frankrijk zelf is lekker en goed eten niet alleen hoogst belangrijk, maar het heeft zelfs een soort cultus status. Dat wil zeggen, dat als men bijvoorbeeld aan tafel een verhandeling kan geven over de voor- en nadelen en smaken van vier of vijf verschillende soorten roomboter, dat men daar een uur over door kan gaan, terwijl de tafelgenoten aan de lippen blijven hangen en enthousiast aan de discussie deelnemen. Het prestige dat men hierdoor verwerft is enorm. Veel artikelen in kranten, tijdschriften en programma’s op de TV gaan dan ook over lekker eten. Top koks en top restaurants hebben een grote status, maar staan ook onder een enorme druk. Een al wat depressieve topkok in de Lanquedoc Roussillon die dacht dat hem door een vooraanstaande restaurantgids een ster ontnomen zou worden, trok zich dat zo aan, dat hij een einde aan zijn leven maakte.
In deze eetcultuur had Kousmine er de grootste moeite mee om haar patiënten ervan te overtuigen dat ze hun gebruikelijke manier van eten moesten opgeven en nieuwe en gezonde eet- en kook gewoonten moesten ontwikkelen. Dit heeft ertoe geleid dat ze haar voorschriften voor gezond eten zo beknopt heeft geformuleerd, dat deze op de deur van de koelkast geplakt konden worden. Elke keer dat men de koelkast open deed, werd men met de voorschriften geconfronteerd. Bovendien deed ze er alles aan om het eten lekker te houden en dus acceptabel voor haar patiënten.
Als we haar voorschriften vergelijken met die van Ann Wigmore en Dr. Schnitzer, dan zien we dat Kousmine veel dichter blijft bij de gebruikelijke manier van koken en eten en dat haar manier van koken en eten ook duidelijk lekkerder is. Wel zegt ook zij dat het het beste is om, als een patiënt dat kan opbrengen, geheel vers, rauw en biologisch te eten, maar bij haar is dat geen absolute voorwaarde voor gezond worden of blijven. Wel zorgt zij ervoor dat een belangrijk gedeelte van het eten vers en rauw, maar toch lekker, wordt genuttigd.
Kousmine’s regels voor een gezonde voeding volgen onderstaand. Hoe zieker men is, hoe strenger men zich aan deze regels moet houden. Weinig boter wordt dan bijvoorbeeld geen boter. In het kort geeft zij de onderstaande voorschriften, die levenslang gevolgd moeten worden.
Vet consumptie
Eet géén industrieel geharde plantaardige vetten, dus geen margarines of andere smeersel van welke soort dan ook, die in de fabriek gemaakt worden. Gebruik geen goedkope industrieel bewerkte, geraffineerde en gestabiliseerde plantaardige oliën zoals die in de supermarkt worden aangeboden. Eet weinig dierlijk vet, waarin begrepen weinig boter. Weinig boter betekent minder dan 50 gram per dag. Hierin is begrepen het melkvet in melk en het vet in kaas. Tien tot dertig gram botervet per dag kunnen verdragen worden. In een liter volle melk zitten 40 gram botervet. In boter zit volgens Kousmine een stof die de darmwand meer doorlaatbaar maakt. Deze stof maakt het voor het kalf gemakkelijker om de moedermelk op te nemen. Deze toegenomen doorlaatbaarheid van de darmwand is voor mensen ongewenst, omdat bacteriën, afvalstoffen en toxines dan ook makkelijker de darmwand passeren.
Absoluut noodzakelijk zijn per dag één tot twee eetlepels (= 6 theelepels) ongeraffineerde plantaardige olie van de eerste koude persing per persoon. Voorbeelden zijn zonnebloemolie, sesamolie of lijnzaadolie. Het mogen echter niet meer dan twee eetlepels zijn. Meer is niet beter.
Dit soort spijsolie is in de natuurvoedingswinkel te vinden. Ga voor olie van de beste kwaliteit die te vinden is. Het is absoluut verboden om deze olie op welke manier dan ook te verwarmen of te verhitten.
Het belang van goede spijsolie is Kousmine proefondervindelijk bevestigd door onverklaarbare terugvallen van haar kanker of multiple sclerose patiënten. Zij informeerde dan naar eventuele veranderingen in de voedingsgewoontes van de patiënt in kwestie. Meestal bleek dat de patiënt op een ander merk spijsolie overgegaan was als Kousmine voorgeschreven had. Als dan het oude merk weer in gebruik genomen werd, ging het spoedig weer beter met de patiënt.
Gezien het extreme belang van goede spijsolie geef ik onderstaand wat richtlijnen. Goede spijsolie is te herkennen doordat de woorden koude persing en extra virgine op het etiket staan. In veel landen hebben deze termen echter geen wettelijke betekenis. Verder moet de olie in een donkergroene of donkerbruine fles van glas zitten om de olie te beschermen tegen oxidatie (verlies van elektronen) onder invloed van warme en licht. Zit de olie in een doorzichtige glazen of plastic fles, dan gaat het vaak om een industrieel geproduceerde en gestabiliseerde spijsolie.
In Nederland wordt de goede soort spijsolie vooral in reformzaken en natuurvoedingswinkels verkocht. Koop flessen met een verloopdatum, die zo ver mogelijk in de toekomst ligt. De spijsolie is dan minder geoxideerd. Let op hoe de flessen in de schappen staan. Staan ze bovenaan (warmer) en in het zonlicht, dan oxideert de spijsolie eerder en kunt u beter ergens anders uw spijsolie kopen. Staan ze onderaan (koeler) en donkerder, dan heeft uw winkelier hart voor zijn olie en dus voor u. Het summum is als de olie gekoeld in de winkel wordt opgeslagen. Ik heb dat alleen gezien bij een dure spijsolie, Omega and More genaamd.
Koop niet meer spijsolie dan u in drie weken tot een maand verbruikt. Bewaar de olie thuis ook donker en zo koel mogelijk om hem te beschermen tegen oxidatie. Bewaar geopende lijnzaadolie in de koelkast om oxidatie zo veel mogelijk tegen te gaan. Andere spijsoliën hebben het nadeel dat zich in de koelkast soms vaste bestanddelen op de bodem en de zijkant van de fles afzetten. Het moet niet uitgesloten worden, dat ook deze bestanddelen een rol spelen voor uw gezondheid en dus geconsumeerd moeten worden.
Dit alles klinkt misschien nogal overdreven. Doe daarom de volgende proef. Koop een goede fles olijfolie en proef hem onmiddellijk na de aankoop. Gebruik hem een paar keer zodat het olieniveau onder de hals staat. Laat hem daarna een maand op de aanrecht staan zonder hem te gebruiken. Proef de olijfolie na een maand opnieuw. U zult merken dat de smaak sterk achteruit gegaan is. Dit komt door de oxidatie van de olijfolie onder invloed van licht, lucht en warmte op de aanrecht. Daarbij moet bedacht worden dat olijfolie erom bekend staat, dat hij vergeleken met andere spijsoliën, relatief moeilijk oxideert. Lijnzaadolie, door zijn hoge gehalte aan alfa linoleenzuur, oxideert snel en moet na opening altijd in de koelkast bewaard worden. Zonnebloemolie en sesamolie oxideren minder snel dan lijnzaadolie en mogen daarom buiten de koelkast, maar wel zo koel en donker mogelijk, bewaard worden.
Het beste is en blijft het om de rauwe of gekiemde oliehoudende zaden, noten en granen zelf te eten in bescheiden hoeveelheden, zoals Ann Wigmore dat doet. Afgezien van de spijsolie in de salade, doet ook Dr. Schnitzer dit in zijn dieet.
In het Budwig papje volgens het recept van Kousmine zijn de rauwe oliehoudende noten, granen en zaden ruimschoots opgenomen. In de vorm van rauwe noten, zaden en granen is de spijsolie het best tegen oxidatie beschermd en profiteert u ook van alle andere bestanddelen. Houdt u echter aan de voorschriften met betrekking tot de hoeveelheden. In rauwe noten, zaden en granen zijn enzymremmers aanwezig om voortijdige kieming te voorkomen. Als u langdurig te veel rauwe noten, zaden en granen ineens eet, ook gemalen, dan hinderen deze enzymremmers uw spijsvertering. Als de noten gebrand zijn, de granen gekookt of het meel gebakken, dan geldt dit niet meer, omdat branden, koken of bakken niet alleen de enzymen, maar ook de enzymen remmers vernietigt. Echter de hittegevoelige gezonde bestanddelen worden ook vernietigd, terwijl de eventuele gunstige lactobacillen, die op of in de verse granen, noten en zaden zitten door de hitte ook dood gaan.
In het kiemproces van noten, granen en zaden worden de enzymremmers afgebouwd, terwijl de andere enzymen onaangetast blijven of zelfs worden vermeerderd. Gekiemde noten, zaden en granen kunnen dus in grotere hoeveelheden gegeten worden, dan niet gekiemde. Amandelen kunt u bijvoorbeeld kiemen door ze een dag onder water te laten staan.
Niet of weinig gebruiken
Absoluut geen tabak; patiënten die bleven roken kon Kousmine niet genezen. Geen groenten uit blik of glas. Geen alcohol en zo weinig mogelijk suiker en zout. Gebruik alleen maar onverhitte, koud geslingerde honing, ruwe ongeraffineerde rietsuiker of een ruwe ongeraffineerde suiker die oerzoet genoemd wordt en echt ambachtelijk gewonnen zeezout.
Weet dat bruine suiker gewone witte suiker is die met karamel bruin gekleurd is. Karamel is een natuurlijke kleurstof die wettelijk toegestaan is voor het kleuren van levensmiddelen. Bruine suiker dus net zo min als witte suiker gebruiken. Op een pak Franse rietsuiker staat vaak, bestanddelen rietsuiker en karamel. Dit is geraffineerde en dus witte rietsuiker, die met karamel bruin gekleurd is Als er op een pak suiker niet duidelijk wordt aangegeven dat het ongeraffineerde ruwe rietsuiker is, dan is het dat ook niet.
Echt zeezout wordt ambachtelijk gewonnen in zoutpannen onder inwerken van de zon en de wind en wordt verder op geen enkele manier verhit, bewerkt of geraffineerd en kent geen enkele toevoeging. Ook als er alleen maar jodium is toegevoegd betekent dit al, dat het geen echt zeezout is. Echt zeezout is te herkennen aan de grijze kleur, is een beetje vochtig en heeft grove blokvormige vierkante kristallen. Voor gebruik aan tafel is het handig om het grove zout van tevoren in een kleine vijzel fijn te stampen. Vijzels kunt u bij de Indische winkel krijgen. De normale zoutmolens kunnen echt zeezout niet malen. Sommige, zeer dure, zoutmolens (35 Euro) hebben wel de pretentie dat ze dat kunnen, maar in de praktijk valt dat erg tegen.
Een fijn wit ambachtelijk zeezout voor aan tafel is Fleur de Sel uit bijvoorbeeld de Camarque of de Vendee. Ambachtelijk zeezout is veel lekkerder dan welk ander zout dan ook. In Frankrijk is er nog een ruime keus aan ambachtelijk zeezout. In Nederland is het probleem dat ambachtelijk gewonnen zeezout niet voldoet aan de eis van de warenwet dat zout meer dan 97% natriumchloride hoort te zijn.
Vaak staat op potten zout in de Nederlandse winkel, dat er zeezout in zit. Dit is zeezout dat machinaal gewonnen wordt en dat met verhitting en chemische processen gereinigd en geraffineerd is en dat op korrelgrootte geselecteerd wordt met elektromagnetische processen. Dit soort “zeezout” is, net zoals geraffineerde rietsuiker, zonder waarde voor uw gezondheid. In de praktijk kunt u het best echt zeezout kopen als u op vakantie in Frankrijk bent.
Het ontbijt
Slappe thee met het Budwig papje.
Dit papje is vernoemd naar Anna Budwig, de grote Duitse vetdeskundige en kankerbestrijdster.
Het recept, op basis van biologische bestanddelen, van het Budwig papje voor één persoon is als volgt:
Vier koffielepels magere kwark (niet meer) mengen met twee koffielepels lijnzaadolie (niet meer). De lijnzaadolie goed mengen met de kwark, zodat het ontstane mengsel geheel homogeen is en er geen gele strepen lijnzaadolie meer in te zien zijn. Dit betekent dat de lijnzaadolie zich geheel met de eiwitten in de kwark verbonden heeft. Voeg het sap van een halve biologische citroen toe en een kleine, goed rijpe, fijn geprakte biologische banaan.
Maal twee theelepels (niet meer) oliehoudende zaden of noten zoals lijnzaad, zonnebloempitten, sesamzaad, amandelen, hazelnoten of walnoten in zo’n elektrische koffiemolen met een propeller die de zaden of noten stuk slaat tot gruis. Maal kort en voeg het maalsel onmiddellijk toe aan het papje en roer het onder om oxidatie te voorkomen.
Maal twee (of meer) koffielepels volle granen en voeg die toe aan het papje. Varieer bijvoorbeeld met spelt, haver, rogge, volle rijst of boekweit. Tarwe wordt niet genoemd, waarschijnlijk omdat veel zieke mensen het moderne rauwe tarwemeel niet meer verdragen. Voeg tenslotte kleingesneden rijp biologisch fruit van het seizoen toe.
Het Budwig papje bevat in verse en rauwe vorm alle onontbeerlijke vitamines en essentiële vetzuren. Bovendien is het echt lekker en zo voedzaam, dat men makkelijk het middageten haalt zonder honger te krijgen. Het is dus bijzonder energierijk en voedzaam. Dit is een voorwaarde om niet tussendoor te snoepen. Een Franse koffielepel is groter dan een Nederlandse koffielepel, maar kleiner dan een Nederlandse dessertlepel.
De volgende anekdote is illustratief voor de voedingswaarde van het Budwig papje.
Een vrouw ging met haar zuster na het ontbijt een bergwandeling maken. Zij had als ontbijt het Budwig papje gegeten. Haar zuster had een gewoon ontbijt genuttigd. Vervolgens gingen zij de bergen in. De zuster had na twee uur alweer trek. Zijzelf had na vijf uur wandelen in de bergen nog steeds geen trek.
Wederom zien we het belang van een laag calorische verse en rauwe voeding rijk aan elektronen en met een hoog gehalte aan voedingsstoffen.
De biologische lijnzaadolie en alle andere biologische ingrediënten voor het Budwig papje zijn in de natuurvoedingswinkel te vinden.
Ik vind het elektrische koffiemolentje met propeller niet ideaal om de granen, noten en zaden te malen. Deze worden niet zozeer gemalen, maar eerder tot gruis stuk geslagen. Dit proces zorgt ervoor dat de granen, noten en zaden meer oxideren onder het malen, dan in een graanmolen op basis van maalstenen. Een echte huismolen die maalt met maalstenen is echter veel duurder en lijnzaad kan er bijvoorbeeld alleen grof mee gemalen worden, omdat de stenen anders dicht slaan. Hetzelfde geldt overigens voor het malen van haver, waar ook veel olie in zit. Om te beginnen is het elektrische koffiemolentje waarschijnlijk het beste. Als er echt doorgezet wordt, dan kan op een gegeven moment een huismolen met een stenen maalwerk aangeschaft worden.
Het middageten
Rijp fruit en verse rauwe groente moeten bij voorkeur aan het begin van de maaltijd gegeten worden. Diverse gestoomde groenten met mager vlees of magere vis bij voorkeur ook gestoomd, zijn toegestaan.
In de voetsporen van Kousmine heeft Marion Kaplan de ideale stoompan ontwikkeld.
Het eten wordt hierin slechts tot 95 graden verhit en de stoompan is zo geconstrueerd dat de condens niet op het eten terugvalt en zo de voedings stoffen uit het eten loogt. Ik vind het eten uit de stoompan duidelijk lekkerder en er is geen zout nodig om de smaak op te halen. Marion Kaplan heeft een Franstalige website www.vitaliseur.com, waarop men de pannen met een credit kaart kan bestellen. De stoompannen worden vanuit Frakrijk ook in Nederland geleverd, maar zijn duur.
Zwaar zieken mogen van Kousmine gedurende de eerste twee maanden in het geheel geen vlees of vis eten om de rottingsflora in de darmen niet verder te voeden. Volle kiemkrachtige granen moeten elke dag gegeten worden in de vorm van soepen of stoofpotten. De volle granen kunnen in hun geheel gekookt worden of als vers thuis gemalen meel. Als voorbeelden worden spelt, gerst, rogge, haver, gierst, maïs en volle rijst genoemd.
Zet de volle granen in de week in twee en een half maal zoveel water als het volume aan graan. Beter nog is om ze de avond van tevoren aan de kook te brengen en ze dan op de warme rechaud te zetten, bedekt met een linnen doek, tot de volgende dag. De volle granen absorberen het water en worden daardoor zacht en het kiemproces wordt opgestart. Vervolgens kunnen ze in 10 tot 15 minuten gekookt en meteen opgediend worden. Een andere mogelijkheid is om de geweekte volle granen fijn te maken met behulp van een groentenmolen en er een smaakmaker aan toe te voegen. Bijvoorbeeld een soepblokje, kruiden of een beetje kaas. Het resulterende deeg vormen tot ronde koeken, die dan in de koekenpan gebakken worden Dit worden granen biefstukjes genoemd. Deze opdienen met een salade of een zelf gemaakte tomatensaus.
Twee maal per week moeten er peulvruchten gegeten worden in bescheiden hoeveelheden. Peulvruchten zijn moeilijker verteerbaar, maar voor de vegetariër onontbeerlijk. Voorbeelden van peulvruchten zijn doperwten, witte en bruine bonen, tuinbonen, linzen en soja bonen. Laat de peulvruchten 24 uur onder water staan, zodat het kiemproces start. Doe regelmatig een vierweekse kuur met gekiemd graan. Doe twee koffielepels gekiemde granen per persoon door de salade. Giet een gedeelte van het dagrantsoen van twee eetlepels onverhitte spijsolie per persoon over de salade, over de aardappels of over de granen. Doe dit op het allerlaatste moment als het eten al op het bord ligt.
Het avondeten
Het avondeten volgt dezelfde principes als het middageten, maar is veel lichter en zonder vlees. Als men in het algemeen de volgende ochtend geen trek heeft, dan betekent dit dat de vertering van de avondmaaltijd en het schoonmaken van het lichaam s’nachts niet voltooid zijn. Daarom moet men s’avonds minder eten om het lichaam wel kans te geven om dit proces te voltooien.
De avondmaaltijd is correct van omvang en samenstelling als men s’ochtends trek heeft in het ontbijt. Vooral oudere of zieke mensen met een zwakke spijsvertering moeten de avondmaaltijd zo vroeg mogelijk eten en weinig of soms zelf niets eten. Het avondeten moet zo licht zijn dat het s’nachts makkelijk opgenomen wordt en het lichaam energie overhoudt voor de nachtelijk schoonmaak van het lichaam.
Haver, tarwe, rogge, lijnzaad, volkorenbrood, honing, vijgen, pruimen, gekookte aardappelen, sinaasappelsap en druiven bevorderen de stoelgang en moeten vermeden worden in geval van diaree. Rijst, oud brood, bananen, rauwe aardappelen, kweeperen, blauwe bosbessen en wortelen vertragen de stoelgang en moeten vermeden worden bij constipatie.
Kool, komkommer, selderij, venkel, andijvie, tomaten en radijs kunnen rauw gegeten worden in salades. Geraspte wortelen smaken goed gemengd met geraspte appelen.
Groenten met een bittere smaak moeten een uur van tevoren in de saladesaus gezet worden. De saladesaus wordt gemaakt met de beste kwaliteit olie en citroen of ongepasteuriseerde en ongefilterde appelazijn, een beetje water als de groente droog is, wat magere kwark en smaakmakers, zoals mosterd, kappertjes etc. Amandelen smaken goed in de salade.
Granenkoekjes
Volg onderstaand recept om granen koekjes te maken.
- Een deel vlak voor de bereiding thuis gemalen rogge, haver, gerst of boekweit.
- Een deel vers thuis gemalen tarwe of spelt. Zonodig mag een kleine hoeveelheid bloem toegevoegd worden.
- Naar keuze een deel sojabonen of linzen.
- Voeg echt zeezout toe en naar keuze aromatische kruiden, zoals komijn, anijs, etc of amandelen en rozijnen.
- Maak een vloeibaar beslag en bak ze in een wafelijzer, dat van tevoren ingesmeerd is met olijfolie. Olijfolie oxideert bij verhitting niet zo makkelijk. Tweede keus voor bakken is sesamolie. Zonnebloemolie en lijnzaadolie nooit verhitten. Hoe knapperiger en fijner van smaak de koekjes, hoe beter ze zijn.
Zelf gebakken brood
- Een halve kilo vers (thuis) gemalen tarwe.
- Vijftig gram biergist.
- Een koffielepel ambachtelijk zeezout.
Doe de biergist in een halve kop lauw water en voeg een beetje van de vers gemalen tarwe toe tot er een dik beslag of deeg ontstaat. Zet het beslag weg op een warme plaats van ongeveer dertig graden Celsius of zet het in de zon.
Als het deeg zover gerezen is dat het volume verdubbeld is en het kopje dus gevuld is, meng dit deeg dan met de vers gemalen tarwe, het zout en water en kneed het 20 tot dertig minuten. Zet het geknede deeg weg, bedekt met een linnen doek op een warme plaats (30 graden Celsius), totdat het volume verdubbeld is. Het deeg weer 10 minuten kneden en daarna in een koekblik doen. Het koekblik afdekken met een linnen doek en circa dertig minuten laten rijzen.
De oven opwarmen op 250º. Zet het blik in de oven en stel de temperatuur in op 175º. Bak het brood gedurende drie kwartier. Haal het brood uit de oven en bestrijk de korst met behulp van een kwast met koud water om te voorkomen dat de korst te hard wordt.
10.2) De geschiedenis van de degeneratie van onze moderne voeding
Vitaminen en mineralen zijn absoluut noodzakelijk voor het functioneren van het menselijk lichaam omdat het lichaam die nodig heeft om er de enzymen van te maken op basis waarvan het lichaam functioneert. We hebben bovenstaand al het voorbeeld van de celademhaling beschreven. Krijgen we te weinig of geen vitaminen naar binnen, dan worden we op termijn ziek omdat deze enzymatische processen dan niet of onvoldoende meer functioneren. Dit zijn de zogenaamde gebreksziektes. Een gebrek aan vitamine C bijvoorbeeld resulteert in scheurbuik en een gebrek aan vitamine B3 resulteert in pellagra. Ook een gebrek aan mineralen leidt tot ziekte. Gebrek aan zink bijvoorbeeld leidt tot dwerggroei, teruglopende vruchtbaarheid en slechte wondheling. Gebrek aan ijzer of koper is aanleiding voor onder andere bloedarmoede.
Dit is de reden geweest dat er normen ontwikkeld zijn voor een zodanige inname van vitaminen en mineralen uit het dagelijkse voedsel, dat er geen gebreksziekten kunnen ontstaan. Er bestaat echter een groot verschil tussen het alleen maar beschermd zijn tegen gebreksziekten en een werkelijk optimale gezondheid, zoals die onder ander door Weston Price bij intens gezonde samenlevingen beschreven wordt. De voeding van deze samenlevingen bevatte per calorie veel meer vitaminen en mineralen dan gebruikelijk en wetenschappelijk aanbevolen werd voor vergelijkbare voeding uit Amerika of Europa van die tijd.
Kousmine beschrijft, hoe in de laatste twee eeuwen door de industrialisatie van de landbouw, de voedingsproductie en de voedingsbewerking ons alledaags voedsel sluipend ontdaan is van zijn oorspronkelijke gehalte aan vitaminen en mineralen. Door de ontstane tekorten worden we niet direct ziek.
In de loop van dertig, veertig jaar van subklinische tekorten in onze voeding wordt echter de basis gelegd waarop met name degeneratieve ziekten kunnen ontstaan. Haar beschrijving vatten we onderstaand samen. Hier en daar complementeren we haar visie met recent verworven inzichten.
Witte suiker
Twee eeuwen geleden was de enige suiker die op de markt was dure, geïmporteerde rietsuiker uit de tropen. Het productieproces was eenvoudig. Het suikersap werd uit het suikerriet geperst en het sap werd in de zon gedroogd.
De begeleidende vitaminen en mineralen uit het suikerriet bleven bewaard in de resulterende suiker. Onder invloed van de blokkade van het continent door de Engelsen in de oorlogen met Napoleon, was invoer van rietsuiker niet meer mogelijk. Suiker werd toen uit suikerbieten gewonnen.
Hetzelfde productieproces als bij rietsuiker leverde echter een afschuwelijk smakende suiker op. Dit werd daarom geraffineerd tot er een goed smakende witte suiker ontstond. Helaas verdwenen in dit proces ook de vitaminen, mineralen en andere waardevolle voedingsstoffen. De eerste voedingsstof met zogenaamde lege calorieën was ontstaan en een bron van met name spoormineralen verdween.
De arts Geert Verhelst rapporteert in zijn boek Suiker & Zoetstoffen hoe Napoleon ervoor zorgde dat ook zijn soldaten in ruime mate van deze suiker voorzien werden. Na aanvankelijk vrijwel alle veldslagen gewonnen te hebben, verloren de Franse legers nu van de achterlijke Russische legers, die geen geraffineerde bietsuikers aten en werden ze op de terugtocht in de pan gehakt. Dit werpt een nieuw licht op de vraag hoe het mogelijk was dat het technologisch volstrekt superieure Amerikaanse leger in Vietnam verslagen werd. Het was een strijd tussen junk food en een handvol rijst per dag.
Industrieel geproduceerde voeding bevat dikwijls veel geraffineerde bietsuiker, want het is goedkoop, het conserveert en het wordt lekker gevonden.
Wit meel
Graan werd vroeger op kleine schaal al naar gelang de behoefte gemalen met handmolens, met windmolens of met watermolens. Het geproduceerde volkoren meel moest vrij direct verwerkt en geconsumeerd worden, omdat het anders bedierf. De maaltechnologie ontwikkelde zich echter zodanig, dat granen op grote schaal gemalen konden worden, maar de grote hoeveelheden geproduceerd volkoren meel konden niet direct gegeten worden en moesten opgeslagen worden. Al snel bleek dat dit volkoren meel binnen 8 tot 14 dagen bedierf en muf ging ruiken, doordat de onverzadigde vetten van de tarwekiem oxideerde, en ranzig werden. Dit soort meel heeft een groot deel van zijn voedingswaarde verloren. Het is bijvoorbeeld niet mogelijk om kuikens op te kweken op basis van twee weken oud volkoren meel. Zij gaan op dat dieet dood. Op vers pas gemalen volkoren meel daarentegen ontwikkelen zij zich in goede gezondheid. Door het meel te zeven hield men wit meel over, dat zonodig gebleekt met chloor, vrijwel onbeperkt houdbaar bleek. Echter, dit betekent tevens dat geen enkele vorm van leven wit meel als voeding kan gebruiken, zelfs schimmels en bacteriën niet.
De volle biologische graankorrel, verbouwd op een vruchtbare, goed gemineraliseerde bodem, is rijk aan de spoormineralen mangaan, kobalt, koper, zink en chroom. Verder bevat de volle graankorrel vitamine A, E en B complex. Tenslotte bevat de volle graankorrel ook essentiële vetzuren. Wit meel bevat voornamelijk koolhydraten, lege calorieën dus. Door de vervanging van vers volkoren meel door wit meel in de dagelijkse voeding verdween zodoende een heel belangrijke bron van voedingstoffen voor de mens. Weston Price komt tot de conclusie, dat in een dieet op basis van geraffineerde witte suiker uit suikerbieten en wit meel het gehalte van de voeding aan bepaalde onontbeerlijke vitaminen met 90 % gereduceerd wordt. Dit is een regelrechte ondervoeding, die de basis legt voor een wankele gezondheid en die afbreuk doet aan de gezondheid van het nageslacht. Bij de behandeling van het dieet van Dr. Schnitzer is al ingegaan op enkele nadelige eigenschappen van wit meel en suiker voor de gezondheid.
Margarine en plantaardige oliën
Het eerste boek van Kousmine, “Soyez bien dans votre assiette” is verschenen in 1980. Het denk- en schrijf werk is dus verricht in de jaren zeventig. De kennis van de betekenis voor de gezondheid van vetten en vetzuren stond in die tijd nog in zijn kinderschoenen. Met grote wijsheid, een feilloos instinct en gesteund door de Duitse vetdeskundige Anna Budwig, voelde Kousmine al aan dat industrieel bewerkte en verhitte vetten en oliën niet goed voor de gezondheid konden zijn. Vanuit de kant van de spijsolie industrie is het wetenschappelijk onderzoek naar deze vraag niet gestimuleerd. Onderzoekers op het gebied van oliën en vetten zijn op de eerste plaats schaars. Verder werken ze meestal in de olie- en vet industrie zelf. Onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek naar gezondheidseffecten wordt door de olie- en vet industrie niet gefinancierd. Verricht men dit toch en zijn de uitkomsten nadelig voor de olie- en vet industrie, dan kan men zijn carrière wel vergeten. Anna Budwig bijvoorbeeld verloor haar baan en is diverse malen door de Duitse olie- en vet industrie voor de rechter gebracht, omdat zij de resultaten van wetenschappelijk onderzoek wilde publiceren, die tegen de belangen van de olie- en vet industrie ingingen. Zij heeft al deze rechtszaken gewonnen. Het heeft daarom tot de jaren negentig geduurd, voordat het duidelijker begon te worden waarom industrieel bewerkte oliën en vetten nadelig voor de gezondheid zijn. Indien u zich hierover verder wil oriënteren, dan is het boek van Udo Erasmus “Fats that Heal, Fats that Kill” een aanrader. Dit boek is ook in het Nederlands vertaald. Erasmus richt zich vrij strikt op de samenhang tussen gezondheid en de consumptie van gezonde dan wel ongezonde vetten. Mary Enig is waarschijnlijk de meest vooraanstaande onafhankelijke wetenschapper op het gebied van vetten. Zij heeft een interessant boek geschreven dat “Feiten over Vetten” heet.
Op dit moment is aangetoond, dat er tenminste twee essentiële vetzuren zijn, linolzuur en alfa linoleenzuur die, net zoals vitaminen en mineralen, via de voeding opgenomen moeten worden, omdat het lichaam ze zelf niet kan aanmaken. De huidig bekende noodzakelijke vitaminen en mineralen zijn echter over een periode van vele tientallen jaren ontdekt. Het moet dus niet uitgesloten worden, dat er in vetten en oliën andere, nu nog onbekende, essentiële bestanddelen ontdekt zullen worden, die het lichaam niet kan missen. Deze bestanddelen zullen echter altijd aanwezig zijn in rauwe of gekiemde noten, zaden en granen, in rauwe vette vis zoals nieuwe haring en in rauwe schaaldieren zoals oesters en mosselen. Rauwe vis en zeker rauwe schaaldieren hebben echter weer het nadeel, dat er ziekteverwekkers in kunnen zitten. Rauwe schaaldieren moeten daarom altijd gegeten worden met citroensap of een goede wijnazijn om eventueel aanwezige bacteriën te doden. Een glas witte wijn draagt hier ook aan bij. Consumptie van schaaldieren door mensen met een verzwakte spijsvertering moet afgeraden worden.
Wat onthouden moet worden is dat, volgens de aanwijzingen van Kousmine, alleen kleine hoeveelheden ongeraffineerde, onverhitte plantaardige oliën van de eerste koude persing bijdragen aan de gezondheid. Grotere hoeveelheden, meer dan zes theelepels per dag, oxideren in het lichaam en zijn daardoor weer ongezond. Tegenwoordig neemt men ook wel extra vitamine E in om dit soort oxidatie te voorkomen. Alle andere spijsoliën, vetten en smeersels, die industrieel geproduceerd worden moeten vermeden worden.
10.3) Eetgewoonten van gezonde volken
Kousmine geeft een historisch overzicht van de samenhang tussen voeding, gezondheid en prestatievermogen van een aantal volkeren in de ruimste zin des woord. Een gezonde voeding levert niet alleen een goede fysieke en geestelijke gezondheid op, maar ook een gezonde en productieve samenleving, die zowel economisch, als qua krijgskunst, maar ook geestelijk op een hoog niveau staat.
De voeding van de Spartanen uit de Griekse oudheid bestond vooral uit vijgen, noten, gerstebrood en kaas. Zwangere vrouwen waren bij wet verplicht om dagelijks lijnzaad te eten. Dit resulteerde in een opmerkelijke gezondheid en fysiek prestatievermogen van de Spartanen. Dit was weer de basis voor de verovering van Alexander de Grote van de toenmalig bekende wereld. In het oude Griekenland werd de basis gelegd voor onze hedendaagse wetenschap en kunst. De Grieken wonnen hun oorlogen, werden rijker en gingen veel meer vlees eten. Het prestatievermogen van hun bevolking en soldaten ging achteruit en het oude Griekenland werd op zijn beurt door de Romeinen veroverd.
In die dagen aten de Romeinen gerstebrood, gierst, linzen en olijfolie. Dit resulteerde in een kerngezonde bevolking met een opmerkelijk prestatievermogen. De basis voor ons hedendaagse recht werd in het oude Rome gelegd. De prestaties van de Romeinse ingenieurs zijn ongeëvenaard. Na meer dan twee duizend jaar is de Via Apia nog steeds intact. Het rioolstelsel dat de oude Romeinen aanlegden onder wat nu het centrum van Rome is, wordt nog steeds gebruikt. De brug over de Gard, onderdeel van een voormalig aquaduct in Zuid Frankrijk, staat er nog steeds. De Romeinen maakten cement van een kwaliteit, die we tegenwoordig niet meer kunnen maken. Het geheim is verloren gegaan. Net zoals de Grieken werden ook de Romeinen echter rijk en gingen zich te buiten aan vlees en wijn, werden decadent en werden op hun beurt overwonnen door de Barbaren en de Vandalen.
Niet genoemd door Kousmine worden de prestaties van de Arabieren. Onder de aanvankelijke leiding van Mohammed, die zo verstandig was om het genot van alcohol en wijn te verbieden, veroverde een aantal primitieve Bedoeïenen stammen, met bijpassende onbewerkte primitieve voeding, grote gebieden rond de Middellandse zee. Spanje werd veroverd, de Pyreneeën werden overgestoken en half Frankrijk was bezet tot Karel Martel rond 800 de Arabieren bij Tours beslissend versloeg. Net zoals bij de Grieken en de Romeinen kwamen niet alleen de krijgskunst maar ook wetenschappen en kunsten tot grote bloei. Het hof van Haroen el Rassid bijvoorbeeld was hiervoor beroemd. Ons tientallig stelsel is ontleend aan de Arabieren. De werken van de grote Griekse filosofen zijn vaak voor ons bewaard gebleven door de tussenkomst van Arabische geleerden.
Gelukkig voor Europa slaagden de Arabieren erin om de productie van suiker dermate op te voeren dat het niet langer een privilege was van de elite, maar dat ook de troepen ruimschoots het genoegen ervan konden smaken. Als gevolg ondergingen de Arabische legers een merkwaardige metamorfose. De Duitse botanicus Rauwolf schreef dat door de suiker het leger van de Islam op zijn retour was, dat de soldaten niet langer moedig waren en niet meer ten strijde trokken tegen hun vijanden. Zij verloren eerst de slag bij Tours, werden vervolgens over de Pyreneeën teruggedreven en verloren tenslotte ook Spanje.
Een van de redenen waarom vrijwel alle kruistochten op niets uitliepen is dat de kruisvaarders in Arabisch gebied leerden snoepen van suiker.
Jammer genoeg snoepen Arabieren nog steeds. Marokkanen bijvoorbeeld snoepen erg veel en zij kunnen u alles vertellen over suikerziekte. Het bekendste Mohammedaans feest is het Suikerfeest na afloop van de vastentijd. Veel jonge Marokkanen, zo van school, hebben al suikerziekte. Zo niet dan heeft vader, moeder, oom of tante dat wel.
Kathleen DesMaisons heeft zich in de VS de eerste Ph.D. titel ooit verworven in verslavende voeding. Zij beschrijft in haar boek “The Sugar Addict’s Total Recovery Program” hoe suiker in de hersenen dezelfde endorfinen activeert als alcohol en heroïne. Gelukkig wel in mindere mate. Zij zegt dat suiker verslavend is voor de vele mensen die overgevoelig zijn voor koolhydraten.
Dat wil zeggen dat de bloedsuikerspiegel en het insuline niveau veel sneller stijgt bij inname van koolhydraten dan normaal. Vervolgens daalt de bloedsuikerspiegel en de hoeveelheid insuline in het bloed ook veel sneller dan normaal. Volgens Kathleen DesMaisons die zelf suikerverslaafd was, kent suikerverslaving drie aspecten:
- Snelle wisselingen van de bloedsuikerspiegel met bijhorende stemming en humeur wisselingen. Als de bloedsuikerspiegel stijgende is, dan heeft men een uitstekend humeur en grote daadkracht. Daalt de bloedsuikerspiegel, dan voelt men zich moe, te neer geslagen en krachteloos. Een zeer belastende dagelijkse emotionele achtbaan.
- Lage serotonine spiegel. Serotonine is een neurotransmitter. Dit uit zich in een gebrek aan wilskracht en doorzettingsvermogen. Verder raakt men door het gebrek aan serotonine snel gedeprimeerd.
- Een laag niveau van Bèta-endorfine. Bèta-endorfine is een stof die als natuurlijke pijnremmer in de hersenen functioneert. Een hoog niveau van bèta-endorfine verhoogt het zelfrespect en zelfvertrouwen. Een laag niveau maakt dat men zich verlegen, eenzaam en onbegrepen voelt. Deze stof wordt ook geactiveerd door alcohol en heroïne.
Per individu kunnen deze aspecten natuurlijk een wisselend gewicht hebben. De een heeft vooral last van bloedsuikerspiegelwisselingen, de ander meer van lage serotonine niveaus. Het intellect wordt door de suikerverslaving niet aangetast. De suikerverslaafde registreert scherp wat hij allemaal verkeert doet, maar hij heeft niet de wilskracht om zijn gedrag aan te passen.
Het zal duidelijk zijn dat als een hele samenleving, zoals de Arabische, veel te veel suiker consumeert, wat dat betekent voor de gezondheid, vitaliteit, productiviteit, economie en daadkracht van zo’n samenleving. In dit verband zijn de niveaus van suiker consumptie in de VS en in Europa bijzonder verontrustend. De World Health Organization waarschuwt hier dan ook tegen en stelt in een voorstel dat de toegevoegde suikers hoogstens 10 procent van de dagelijkse inname van calorieën mogen bedragen. Veel Amerikaanse, maar ook Franse teenagers eten en drinken (frisdrank met veel suiker) tot 50% van hun dagelijkse calorieën als suiker. Het advies van Kousmine om weinig of geen suiker te gebruiken was in dit licht gezien zijn tijd ver vooruit!
Na het Arabische wereldrijk kwam het Turkse wereldrijk op. Ook de Turken hebben grote delen van Europa via Griekenland en de Balkan veroverd. Tot twee maal toe hebben zij Wenen belegerd. Kousmine vertelt dat Turkse soldaten, die per dag gevoed werden met 150 gram dadels en brood, drie dagen achter elkaar twaalf uur per dag in de looppas konden marcheren.
Boeren die in het binnenland van Japan wonen ver van zee. Ze eten vooral plantaardig voedsel. Zij eten één of twee keer per maand vis. Melkproducten worden vervangen door gefermenteerde soja. Een ongekend prestatievermogen is het resultaat. Japanse koelies (dragers) konden met zware bepakking drie weken achter elkaar 40 kilometer per dag lopen. Zij voedden zich met volle rijstgrutten, aardappels, kastanjes en wortelen. Sommige Japanse koelies waren in staat om bepakt 110 kilometer te lopen in 14,5 uur. Bij dit soort inspanningen werd het eten van vlees vermeden, omdat dat traag maakte. Volgens Kollath aten ook de Romeinse soldaten liever geen vlees als ze grote afstanden moesten marcheren. Dat dit soort prestaties niets ongewoons is bij een gezonde voeding, blijkt wel uit de prestaties van de Hunzas en van Bernard Schoenek op het Schnitzer dieet.
Rijst is dus in principe geen minderwaardig graan zoals McGarisson dat stelde. Waar het om gaat is de hoeveelheid mineralen, vitaminen en eiwitten die de rijst bevat en de bewerking van de rijst. De rijst moet op vruchtbare, goed gemineraliseerde grond verbouwd zijn. Rijst en tarwe die op onvruchtbare grond verbouwd worden en die alleen met kunstmest gemest worden, hebben een laag gehalte aan eiwitten, mineralen en vitaminen en minder kiemkracht en zijn beide minderwaardige granen.
10.4) Voedingssupplementen
Naast een gezond dieet zijn voedingssupplementen, vitaminen en mineralen, een voornaam onderdeel van de benadering van Kousmine. Zoals al eerder besproken zijn vitaminen en mineralen onontbeerlijke bestanddelen van de enzymen.
In ons lichaam wordt glucose geoxideerd met zuurstof in de celademhaling en wordt er daardoor onder andere energie geproduceerd. Dat gebeurt bij een lichaamstemperatuur van 36° tot 37°. Deze oxidatie bij lichaamstemperatuur wordt mogelijk gemaakt door enzymen. Enzymen worden geactiveerd door vitaminen of door mineralen of vaak ook door beiden. Omdat ons lichaam functioneert op basis van enzymatische processen zal het belang van een goede aanvoer van vitaminen en mineralen duidelijk zijn. Als er echter iets is dat niet vers, rauw, onbewerkt en biologisch is, dan zijn dit wel voedingssupplementen.
Helaas voor alle fundamentalisten op het gebied van gezonde voeding, een feit, dat als een paal boven water staat, is dat voedingssupplementen wel helpen als het lichaam een tekort aan bepaalde vitaminen en mineralen heeft. Vitamine C helpt bijvoorbeeld bij scheurbuik, vitamine B3 bij pellagra, zink bij dwerggroei en wondheling, ijzer, soms koper, helpt vaak bij bloedarmoede.
Hoe belangrijk dit gegeven kan zijn, blijkt wel uit de geschiedenis van de ontdekking en toepassing van vitamine C. De Schotse arts James Lind ontdekte in 1747 dat consumptie van citrusvruchten scheurbuik voorkomt.
Dit feit werd, na tientallen jaren en vele duizenden doden als gevolg van scheurbuik, geaccepteerd door de Britse Admiraliteit. Zeelui op de Britse vloot kregen voortaan dagelijks een verplichte portie citroensap of limoenensap (lime). Andere zeevarende naties vonden dit zo belachelijk dat Britse zeelui de bijnaam limeys kregen. Echter, doordat er nu geen zeelui en officieren meer dood gingen door scheurbuik, werden de Britse scheepsbemanningen meer ervaren en talrijker, dan die van andere zeevarende naties zoals Holland, Frankrijk, Spanje en Portugal. Dit concurrentie voordeel heeft ertoe bijgedragen dat de Britten hun oorlogen ter zee wonnen en de heerschappij over de wereldzeeën verkregen. Hetgeen op zijn beurt het British Empire weer mogelijk maakte. Wederom blijkt dat wereldrijken ontstaan en vergaan op basis van de gezondheid en het prestatie vermogen van hun bevolking. Dit op zijn beurt is weer gebaseerd op hun voeding.
Wat vooral niet mag worden vergeten, is dat voedingssupplementen supplementen op een gezonde voeding zijn. Als men niet gezonder wil gaan eten en leven, dan helpen een handvol pillen niet of nauwelijks. De basis voor een betere gezondheid wordt gelegd door de omschakeling naar een gezondere voeding. Deze omschakeling kan begeleid worden door de inname van voedingssupplementen. Mijn ervaring is, dat hoe gezonder men wordt, hoe minder voedingssupplementen men nodig heeft. Veel chronische zieken hebben echter duidelijk tekorten aan vitaminen en mineralen. In zo’n situatie is suppletie, naast omschakeling naar een gezondere voeding, op zijn plaats.
Kousmine beschrijft in haar boek “Sauvez votre Corps”, wat in haar tijd bekend was van de rol die de verschillende vitaminen en mineralen in het lichaam spelen. Op dit gebied kan men tegenwoordig een keus maken uit vele goede boeken. Een aanrader is bijvoorbeeld “Stop Aging Now” van de journaliste Jean Carper. Heel goed geschreven, maar lichtelijk bejaard zijn “Let’s Eat Right to Keep Fit” en Let’s get Well” van de voedingsdeskundige Adelle Davis. Het “Groot Vitamine Boek” van de apotheker Earl Mindell geeft in het Nederlands een encyclopedisch maar wat gedateerd overzicht. Het “Gouden boekje voor de gezondheid” van Gert. Schuitenmaker en “Orthomoleculaire voeding” door Ruud A. Nieuwenhuis zijn korte moderne en doeltreffende inleidingen op dit gebied. In Nederland worden er twee tijdschriften op dit gebied gepubliceerd, “De Orthomoleculaire Koerier” en “Ortho”. Beiden zijn ook vertegenwoordigd met een website op internet. Zoek met een internet zoekmachine op orthomoleculair.
10.5) Het zuur base evenwicht en de pH van de urine
Kousmine leerde haar patiënten om de zuurgraad van hun urine te controleren met lakmoes papiertjes. In het geval dat het bindweefsel ernstig verzuurd was met een resulterende zuurgraad van de urine onder de 5,5 kregen haar patiënten magnesium en/of calcium citraten om de zuurgraad van hun urine weer in het bereik 7 tot 7,5 te brengen. Zij had de ervaring dat het bindweefsel van haar chronisch zieke patiënten altijd zwaar verzuurd was. Zij noemt zo’n verzuring rampzalig. Zij verhevigt de pijnen van reumatiek en kanker patiënten, zorgt voor permanente moeheid en versnelt de afloop van het ziekte proces.
In de scheikunde heeft de zuurgraad, de pH, een bereik van 0 tot 14. Het zuurst is de waarde 0. De waarde 7 is neutraal, dat wil zeggen niet zuur en niet basisch.
Het bereik van 7 tot 14 is het basische gebied, waarin 14 de grootste waarde voor basisch is.
Bezitters van een zwembad bijvoorbeeld weten dat de zuurgraad van het water regelmatig gecontroleerd moet worden en op een waarde van ongeveer 7 tot 7,2 gehouden moet worden. Dat is het beste voor de huid en het water ziet er dan mooi uit. Ook in verband met het voorkomen van algengroei is dit van belang. Wordt het water van het zwembad te basisch (pH>7,2), dan moet er extra zuur toegevoegd worden. Omgekeerd als het water te zuur wordt (pH <7), dan moeten er basen toegevoegd worden. Het summum op dit gebied is een duur apparaat dat de zuurgraad van het water continu automatisch controleert en het binnen het waardebereik van de pH van 7 tot 7.2 houdt. Ook het gezonde lichaam beschikt over een uitgekiend systeem om de zuurgraad van het bloed stabiel te houden op de gewenste waarde. De menselijke stofwisseling produceert voortdurend zuren en deze zuren worden stapsgewijs middels enzymatische processen afgebouwd en uitgescheiden. Heeft men te weinig van bepaalde vitaminen of mineralen, nodig voor bepaalde stappen in deze processen, dan stokt de afbouw van de zuren geheel of gedeeltelijk. Het gevolg is dat de zuren niet afgebouwd worden en uitgescheiden worden. Het lichaam, met name het bindweefsel, wordt hierdoor te zuur. Als het lichaam gezond is, goed gevoed, goed in zijn evenwicht is en als het voldoende basenvormende mineralen binnenkrijgt via de voeding, dan is de pH van het bindweefsel en dus van de urine ongeveer gelijk aan die van het bloed. De pH van de urine bevindt zich dan tussen de 7 en de 7,5, vanaf de tweede maal dat op de ochtend geplast wordt. De eerste ochtendurine kan een pH van 5 of lager hebben.
Om aan te geven hoe de pH kan variëren doet Kousmine verslag van een persoonlijke ervaring op dit gebied. Om drie uur in de ochtend was de pH van haar urine 5, om 7 uur bij het opstaan en voor het ontbijt was dit 7,5. Dus tussen 3 en 7 uur zijn de zuren in het bindweefsel, die door de stofwisseling geproduceerd zijn, afgebouwd en is de zuurgraad van de urine normaal geworden.
Een andere ervaring van haar is de volgende. Na vijf uur lang ingespannen zittend gewerkt te hebben was de pH van haar urine 5. Zonder iets te eten ging zij een uur lang wandelen in het bos. Daarna was de pH van haar urine 7. Door de beweging in de open lucht waren de organische zuren van de stofwisseling kennelijk afgebouwd en uitgescheiden als kooldioxide en water.
Het belang van dagelijkse beweging in de open lucht voor de ontzuring, een flinke wandeling van een half uur is voldoende, wordt hierdoor nog eens onderstreept.
Ik wil dit illustreren met de volgende anekdote. Vaak als ik naar de Tabac in mijn Franse dorp reed, zag ik een al wat oudere vrouw in haar eentje langs de kant van de weg wandelen. Toevallig hoorde ik later de reden waarom ze altijd aan de wandel was. Toen ze rond de zestig was, kreeg dat ze last van haar gezondheid en ging daarom naar de dokter. De dokter adviseerde haar om elke dag twee uur te gaan wandelen. De vrouw volgde dit advies op en raakte spoedig haar gezondheidsproblemen kwijt, maar ze bleef wandelen. Toen ze 87 was wandelde ze nog steeds, in een flink tempo heuvel op en heuvel af, s’ochtends een uur en s’avonds een uur! Nu is ze 90 jaar en is ze teruggegaan naar één uur wandelen per dag. Tenslotte werd ze een dagje ouder was haar verontschuldiging.
Kousmine geeft een ander voorbeeld van het belang van lichaamsbeweging in de open lucht. Het betreft een Spaanse beroepsmilitair bij de cavalerie, die zijn leven te paard doorbrengt in de open lucht. Hij rookt en eet erg veel, erg vet, veel eiwit, veel gefrituurd voedsel en dat allemaal van twijfelachtige kwaliteit. Maar alles gaat goed tot hij met pensioen gaat op zeventigjarige leeftijd.
Hij leidt vervolgens een inactief en zittend leven, maar blijft op dezelfde manier eten. Na een jaar op deze manier geleefd te hebben, moet hij een orthopedisch korset dragen, omdat zijn ruggenwervels ontkalkt zijn en breken. Na 3 jaar is hij 20 kilo aangekomen en openbaart zich een tumor in de longen, ofschoon hij al tien jaar met roken gestopt is. Vier jaar na zijn pensionering overlijdt hij. Zolang hij zijn leven actief en in de open lucht doorbracht liep hij geen schade op van zijn slechte dieet. Toen hij eenmaal gepensioneerd was, binnen bleef zitten en hetzelfde dieet bleef eten, was het snel met hem afgelopen.
De opmerking van Ann Wigmore, dat lichaamsbeweging in de open lucht net zo belangrijk is als gezond eten, wordt hiermee nog eens onderstreept. Een flinke dagelijkse wandeling van een half uur, waarbij men flink doorstapt en een beetje begint te transpireren, is het minimum. Een beetje slenteren met de hond is onvoldoende. Het gaat erom, dat de stofwisseling dagelijks lekker op toeren gebracht wordt, zodat allerlei onreinheden in het lichaam verbranden, afgebouwd worden en afgevoerd kunnen worden.
10.6) De hygiëne van de dikke darm
Net zoals een goede riolering essentieel is voor de hygiëne en de gezondheid van de bewoners van een stad, zo zijn schone darmen en een goede stoelgang essentieel voor de gezondheid van de mens. Zeker van zieke mensen kan de dikke darm behoorlijk vervuild zijn. Deze vervuiling uit zich onder meer in de afzetting van een dikke, zwarte, kleverige koek op de wand van de dikke darm. De dikke darm kan hierdoor in ieder geval zijn functie van het opnemen van mineralen en water uit de darminhoud slechter uitvoeren. Verder is de vervuilde dikke darm een broeinest van kwalijke bacteriën, die het lichaam belasten met hun afvalproducten.
Net zoals voor Ann Wigmore en Dr. Schnitzer zijn voor Kousmine schone darmen en een goede stoelgang essentieel voor de gezondheid. Om dit te bereiken wordt het spoelen van de dikke darm aanbevolen.
Hoe een dikke darm vervuilt kan raken en de ziekmakende darmflora ontstaat, wordt door Kousmine als volgt beschreven.
Ieder onderdeel van het spijsverteringskanaal kent zijn eigen taak en heeft daarvoor de bijpassende enzymen, die een bijpassende zuurgraad nodig hebben om optimaal te kunnen functioneren. Grofweg gesproken gaat het verteringsproces als volgt:
De zeer zure maag biedt de juiste zuurgraad voor het enzym pepsine om de eiwitten te splitsen in polypeptides. In de twaalfvingerige darm vindt het enzym trypsine, dat door de pancreas gemaakt wordt, de juiste basische omgeving waarin deze polypeptides gesplitst kunnen worden in aminozuren. Het enzym amylase, dat ook door de pancreas geproduceerd wordt, heeft eveneens een basische omgeving nodig waarin de vertering van de koolhydraten plaatsvindt. Deze vertering is voorbereid door het enzym amylase in het speeksel van de mond. Vetten zijn relatief moeilijk verteerbaar. Zij worden daarom eerst in emulsie gebracht door de basische galzouten en vervolgens verteerd door het enzym lipase.
Het licht zure milieu in het begin van de dikke darm is nodig voor een zuurminnende darmflora, die de vertering van de resterende eiwitten en vetten afmaakt middels een zure fermentatie. Als ergens in dit traject de zuurgraad niet optimaal is, dan werken de enzymen niet optimaal en blijven er onverteerde voedingsresten over, waarop ziekmakende bacteriën zich kunnen ontwikkelen.
Dit is met name het geval als de zuurgraad in het begin van de dikke darm basisch is. Op de onverteerde eiwitten ontstaat dan een rottingsflora. Deze is de oorzaak van constipatie, gas ontwikkeling en een sterk stinkende ontlasting. Deze rottingsflora produceert toxines (vergiften), die door de darmwand in het bloed opgenomen kunnen worden en normaal gesproken door de lever geneutraliseerd worden. Als deze toxines echter in te grote hoeveelheden geproduceerd worden, dan kan de lever het niet meer aan en gaan de toxines in het bloed circuleren. Dit kan zichtbaar worden door een grijs beslagen tong. De circulerende toxines worden ergens in het lichaam opgeslagen, bijvoorbeeld in een tumor of in een gewricht en zo tijdelijk onschadelijk gemaakt.
Vooral de consumptie van geraffineerde suikers en producten en dranken met toegevoegde suikers en te veel vlees hebben een ziekmakende flora in de dikke darm tot gevolg. Onverteerde suikers bieden een gunstige omgeving voor Coli bacteriën en onverteerd vlees produceert een rottingsflora. Door het spoelen met zuiver water, dat niet met chloor of fluor behandeld is, van de dikke darm wordt in ieder geval een gedeelte van de ziekmakende darmflora afgevoerd en wordt het makkelijker voor de gezonde darmflora om zich weer te vestigen.
10.7) Resultaten van de methode Kousmine
Kousmine zelf vindt dat het bewijs dat haar inzichten waar zijn, het best geïllustreerd wordt door de resultaten die ze geboekt heeft bij de behandeling van onvruchtbaarheid. In 12 van de 14 gevallen van steriliteit was binnen een maand, nadat de vrouw op de voorgeschreven gezonde voeding was overgegaan en de voorgeschreven vitamines innam, de zwangerschap een feit. Dat wil zeggen dat het bij de eerste eisprong na de introductie van de gezonde voeding meteen raak was. Dit waren vrouwen die het hele gynaecologische circuit al doorlopen hadden en als laatste redmiddel naar Kousmine toe gingen. Een beter bewijs van de realiteit van de tekorten in onze gebruikelijke moderne voeding is er volgens haar niet. Ook Dr. Schnitzer meldt dat onvruchtbare vrouwen die zijn dieet gingen volgen meestal binnen een maand zwanger werden. Een paar illustratieve gevallen worden onderstaand heel in het kort beschreven:
Steriliteit (1)
Een vrouw en haar echtgenoot hadden respectievelijk 14 en 7 broers en zussen. Genetisch zat het dus met de voortplanting wel goed. De vrouw had toen ze 27 jaar was, meteen toen ze dat wilde een kind gekregen. Zij wilde een tweede kind, maar gedurende 9 jaar lukte dat niet. Zij at 80 gram boter en 35 gram geraffineerde spijsolie per dag. Zij woog 86 kilo bij een lengte van 1,78 meter. Toen ze 36 jaar was, had zij haar eerste consult bij Kousmine op 12 september1966. Haar voeding werd gecorrigeerd met name door het weglaten van de boter en de geraffineerde spijsolie en de introductie van koudgeperste spijsolie rijk aan de essentiële vetzuren. Vitamine A, 60.000 IE, en vitamine E, 140 mg per dag werden voorgeschreven. De conceptie vond meteen plaats bij de eerstvolgende ovulatie na de correctie van de voeding. Op 27 juni1967 beviel zij van een meisje na een zwangerschap en bevalling die veel makkelijker waren dan bij haar eerste kind. Dit kind dat vanaf de conceptie gevoed werd volgens de aanwijzingen van Kousmine, blaakt tien jaar later van gezondheid. Niet alleen fysiek, maar ook geestelijk. Dit kwam onder meer tot uiting doordat zij op school de beste van de klas is.
Haar lerares is met name onder de indruk van het feit dat zij de volle vijftig minuten van de les geconcentreerd kan opletten, terwijl de meeste andere leerlingen na vijftien of twintig minuten afhaken.
In dit verband moet gewaarschuwd worden tegen het innemen van grote hoeveelheden vitamine A. Zeker als dit synthetische vitamine A betreft. Heel incidenteel is geconstateerd dat inname van meer dan 10.000 IE vitamine A per dag aanleiding kan zijn tot misvorming van het ongeboren kind.
Steriliteit (2)
Twee nichten, die allebei geen kinderen konden krijgen, volgden de cursus over gezonde voeding die Kousmine gaf aan de Volksuniversiteit. Beiden corrigeerden hun dieet volgens de aanwijzingen van Kousmine in de cursus en beiden werden zwanger en bevielen van een gezond kind.
Een derde vrouw was minder gelukkig. Ook zij corrigeerde haar voeding volgens de aanwijzingen van Kousmine met de introductie van volkoren granen en het Budwig papje en 20 gram koudgeperste spijsolie per dag. Echter zij bleef 58 gram boter per dag eten. Haar tong was grijs beslagen. De bilirubine in het bloed was tweemaal zo hoog als normaal hetgeen duidt op een slecht functionerende of overbelaste lever. De huid van de benen was veel te droog hetgeen duidt op een gebrek aan essentiële vetzuren. Pas tien maanden na het eerste consult en het stopzetten van de boter consumptie raakte ook deze vrouw in verwachting.
Kousmine denkt dat de boter consumptie op de een of andere manier verhindert, dat de essentiële vetzuren uit de koudgeperste spijsolie hun helende werkzaamheid konden verrichten.
Steriliteit en reumatiek
Deze vrouw heeft twee keer, toen ze 13 en 24 jaar oud was geelzucht gehad. Toen ze 22 jaar was kreeg ze reumatiek na een gewoon griepje. Al haar gewrichten zaten vast. Na regulier behandeld te zijn met cortison en penicilline, kon zij na zes maanden weer lopen. De reumatiek is vervolgens chronisch geworden. Zij had voortdurend pijn en met tussenposen blokkeerden de gewrichten weer.
Op haar 24ste trouwde zij. Op haar 28ste had zij haar eerste miskraam na zes maanden zwangerschap. Toen ze 31 jaar was, had zij haar tweede miskraam na twee maanden. Ze had weinig weerstand tegen gewone infecties.
Zij voedt zich met de gebruikelijke moderne voeding. Deze is arm aan vitamine B complex, vitamine E en de essentiële vetzuren. Zij eet per dag 75 gram boter en 65 gram heet geperste en geraffineerde spijsolie (koolzaad en zonnebloemolie).
Op 28 april1965 wordt haar voeding gecorrigeerd en krijgt zij de benodigde vitamines. Drie maanden later is ze zwanger. Op 12 april1966 wordt er een meisje geboren dat geheel met de borst gevoed wordt. In november 1966 voelt zij zich uitstekend en heeft in het geheel geen last meer van reumatiek. Op 4 december 1968 zet zij een tweede kind op de wereld.
Kousmine waarschuwt er voor dat correctie van de voeding geen wondermiddel is. Hoe dichter een vrouw bij de veertig komt, hoe lager haar kansen worden om zwanger te worden, ook na correctie van de voeding.
Colitis met bloedende zweren
Vanaf zijn 35ste heeft deze man vaak diaree. Op zijn 43ste heeft hij altijd diaree. Hij valt 13 kilo af in twee jaar. Op zijn 45ste wordt hij geopereerd aan poliepen in de dikke darm. De chirurg stelt vast dat hij colitis heeft met bloedende zweren. Hij wordt regulier behandeld, maar geneest niet.
Zijn voeding is als volgt: s’morgens thee of koffie met melk, wit geroosterd brood, boter en jam. Om 10 uur wit brood, chocola en dikwijls bananen. s’middags haversoep, gegrild vlees, niet of zeer weinig rauwe groenten, gestoomde aardappelen en groenten met boter, een glas wijn en zwarte koffie. s’Avonds eet hij soep, kaas, brood, boter en jam. De vetinname per dag is 40 gram boter en 22 gram heet geperste geraffineerde zonnebloemolie.
Het eerste consult is op 21 october1964 toen hij 48 jaar was. De man woog toen 56 kilo bij een lengte van 1,73 meter. Zijn voeding wordt gecorrigeerd en hij gaat koudgeperste zonnebloemolie en lijnzaadolie eten. Er mag geen boter meer gegeten worden en ook geen rijst en boekweit, omdat deze laxerend werken. Verder komt het Budwig papje op het menu en rauwe groenten. Er wordt gesuppleerd met spijsverteringsenzymen, lecithine, vitaminen A, E, C en D alsmede extra calcium. Gedurende tien dagen wordt de dikke darm elke dag gespoeld met anderhalve liter water.
Na het bezoek aan het toilet na de darmspoeling wordt er een klysma genomen met 60 milliliter zonnebloemolie, dat gedurende de nacht ingehouden en opgenomen wordt. Na 10 dagen konden de darmspoelingen om de paar dagen genomen worden.
Een maand na de start van de behandeling wordt de ontlasting minder frequent en meer gevormd. Met andere woorden, de diaree wordt minder. Na twee maanden is de valse nachtelijke aandrang tot ontlasting, waar de patiënt last van had, verdwenen. Na vier en een halve maand is er geen bloed meer in de ontlasting. Drie jaar later is de man elf kilo aangekomen en kan de colitis als genezen worden beschouwd. Ook 14 jaar na de start van de behandeling is dit nog steeds het geval.
Kanker
Dit is het eerste geval van kanker dat door Kousmine behandeld werd.
Bij deze man, geboren in 1898, zijn de amandelen weggehaald in verband met herhaalde angina toen hij 24 jaar oud was.Toen hij 45 jaar was, leed hij gedurende een jaar aan steenpuisten. Sinds zijn 49ste jaar had hij dikwijls diaree en stopte daarom met het eten van fruit. Na roodvonk op zijn 18de had hij last van bloedkorsten in zijn neus die steeds weer terugkwamen. Uit de wonden in zijn neus groeide een poliepje. Dit poliepje werd weggehaald, maar bleek kwaadaardig. De man is dan 49 jaar. Na elf maanden ontstaat er opnieuw een tumor in de neus. Deze wordt opnieuw met veel zorg weggehaald. Na tien maanden blijkt dat het linker sleutelbeen door kanker is aangetast. Er wordt geopereerd en bestraald. Het is november 1948.
Het eerste consult bij Kousmine is op 12 februari 1949. In dit geval van uitgezaaide kanker is de levensverwachting ongeveer twee jaar. De man is mager en ziet er sportief uit. De huid van zijn rug is bezaaid met puisten en lidtekens van acne. De huid van de benen is veel te droog hetgeen op een gebrek aan essentiële vetzuren duidt. Bovendien heeft hij veel last van spataderen. Er zijn bloedkorsten zichtbaar in de neusgaten. De leverfunctie is onvoldoende.
De eetgewoonten van de man worden aangepast en hij krijgt extra vitaminen A, B complex, C, E, en de essentiële vetzuren. Na vier maanden voelt hij zich veel beter en zijn de bloedkorsten in de neus verdwenen.
De man is echter een lekkerbek en wil de vitaminepillen wel slikken, maar kan zich niet duurzaam houden aan een gezond dieet. Hij drinkt veel alcoholische dranken en eet veel vet eten (gegrilde worstjes, slagroom, frites, boter etc.). Telkens weer verlaat hij zijn gezonde dieet en gaat weer “lekker” eten. Vervolgens krijgt hij weer diaree, stijgt het bilirubine gehalte naar het dubbele van normaal en krijgt hij weer bloedkorsten in de neus. Daarna ontstaan er weer nieuwe tumoren, die geopereerd en/of bestraald worden.
Telkens als de kanker terugkeert, is de man weer bereid gezond te eten volgens de aanwijzingen van Kousmine. Telkens als de kanker “genezen” is, begint hij weer ouderwets lekker te eten en legt daarmee kennelijk de grondslag voor een nieuwe terugkeer van de kanker.
In februari 1958, 15 maanden na de laatste terugkeer van de kanker overtuigt zijn oncoloog hem ervan dat hij zal moeten kiezen tussen zijn manier van “lekker” eten en zijn leven. Eindelijk is hij overtuigd en volgt voortaan duurzaam een gezond dieet. De diaree verdwijnt blijvend. De neus bloedt niet meer, de bloedkorsten verdwijnen. De acne geneest. Behoudens een enkel incident blijven de tumoren voortaan weg. Echter als hij op reis is en zich niet aan zijn gezonde dieet kan houden, dan komen de bloedkorsten in de neus weer terug. In 1979 is hij 84 jaar. Hij heeft het optreden van de eerste tumor dus 32 jaar overleefd, waarvan 21 jaar zonder terugval.
In de zomer van 1975 is hij drie weken in Roemenië. Hier moet hij uit een keuken eten op basis van veel schapenvlees en andere dierlijke vetten. Na zijn terugkeer groeit er een klein puistje op zijn been. Na verwijdering blijkt het huidkanker te zijn. Er ontstaan geen verdere problemen.
Dit was het eerste kankergeval dat Kousmine behandelde. Uit het bijna experimentele verloop bleek voor haar duidelijk het verband tussen een onvoldoende leverfunctie, de spijsverteringsproblemen en de terugkeer van de kanker. Verder bleek dat het gezonde dieet van primair belang was voor de genezing. Als de man zijn gezonde dieet verliet en weer op zijn manier “lekker” ging eten, dan kwam de kanker weer terug, terwijl hij wel de supplementen bleef slikken. De suppletie met vitamines en mineralen is dus wel een nodige, maar geen voldoende voorwaarde voor de genezing.
Kousmine ziet haar methode als een aanvulling op de klassieke oncologie, omdat hij vrij traag werkt. Pas na twee maanden ziet men in het algemeen de eerste verbeteringen en pas na twee jaar het volledige effect. Een kankerpatiënt met een resterende levensverwachting van twee maanden kan met behulp van de methode Kousmine niet geholpen worden.
Multipele sclerose
Toen hij 24 jaar was, begon deze ondernemer te slepen met zijn voeten na een zware griep. Vier jaar later pas werd de diagnose multipele sclerose gesteld.
De benen raakten langzaam maar zeker verlamd. Op zijn dertigste, weer na een zware griep, werd hij zo stijf dat hij niet uit bed kon komen. Ook de rechterarm is nu aangetast. Gedurende 3 jaar gaat zijn toestand langzaam achteruit. Hij heeft vaak diaree. Hij rookt 20 sigaretten per dag. Zijn eten is zeer arm aan vitamine E, B complex en de essentiële vetzuren. Hij drinkt drie keer per dag koffie. De vet consumptie per dag is 12 gram botervet, 14 gram geraffineerde pindaolie en 11 gram spijsolie.
Het eerste consult is op 29 april 1964. De man is 33 jaar. Hij is zwaar ziek en totaal afhankelijk van zijn omgeving.
Hij kan zich niet alleen aankleden of in bad gaan. Hij loopt met stokken en is zo stijf, dat hij zijn rechterbeen naar voren moet gooien, terwijl hij zijn romp en hoofd naar achteren beweegt om voorwaarts te komen. Hij kan een traptrede niet zonder hulp nemen. Als hij ligt, kan hij niet zonder hulp gaan zitten. Zijn gebrek aan essentiële vetzuren blijkt uit de enorme dorst die hij heeft.
De behandeling: stoppen met roken en wijn drinken, correctie van de voeding en vitamine therapie. Vijf weken later is de abnormale dorst verdwenen. Sindsdien wordt de langzame achteruitgang vervangen door een langzame, maar gestage vooruitgang. Vijf maanden na de start van de behandeling, kan hij voor het eerst alleen uit bad komen. Na een jaar kan hij zich verplaatsen op een driewieler en kan hij weer alleen de trap op. Pas na drie jaar kan hij weer enigszins normaal met stokken lopen. Ook zijn verzwakte rechterhand is weer op krachten.
Na vier jaar kan hij zich weer alleen aankleden, plukt kersen en werkt wat in de wijngaard. Na zes jaar kan hij in zijn appartement zonder stokken lopen. Na zeven jaar kan hij weer autorijden in een auto met automaat en doet hij weer metselwerk. Zijn spierkracht is nu weer uitstekend en hij kan zich verplaatsen met een stok, terwijl hij in zijn andere hand iets draagt. Hij kan passen maken van 60 centimeter. Van 1971 tot 1978 komt hij eenmaal per jaar langs om verslag te doen van zijn nieuwe heldendaden. Hij heeft geen enkele terugval gehad.
Kousmine wijst erop, dat de behandeling niet altijd zo’n resultaat heeft. De patiënt moet zich onvoorwaardelijk aan het dieet en de verdere behandeling houden. Verder moet hij een goede verzorging genieten van een omgeving die hem lief heeft. Conflicten met de bijbehorende stress noemt zij desastreus, omdat deze de spijsvertering kunnen aantasten en ontregelen. Ook uit het nog volgende hoofdstuk over Vincent blijkt het belang van het voorkomen van stress. Stress werkt zeer oxiderend en het maakt daarmee het biologische terrein van het lichaam volgens Vincent geschikt voor het ontstaan van een degeneratieve en chronische ziekte zoals multipele sclerose.
Multipele sclerose ontwikkelt zich in stootsgewijze verergeringen. Gezien over 75 gevallen rapporteert Kousmine dat deze, voor dat haar behandeling begon, gemiddeld twee en halve stootsgewijze verergeringen vertoonden gezien over een periode van drie jaar. Na de aanvang van haar behandeling liep dit terug naar 0,33 stootsgewijze verergeringen per drie jaar.
Waarschijnlijk omdat zij oog had voor de rol van een liefdevolle verzorging in een omgeving zonder conflicten en stress was Kousmine de absolute top bij de behandeling van multipele sclerose. Niemand na haar heeft ooit haar resultaten kunnen benaderen, laat staan evenaren. Genezen is kennelijk nog steeds een kunst en geen kunde.
Reumatiek (polyarthrites)
Deze man heeft tot zijn 41ste jaar twintig sigaretten gerookt per dag. Op zijn 42ste wordt hij aan zijn longen geopereerd in verband met tuberculose. Sinds zijn 49ste is hij altijd geconstipeerd en heeft hij last van vocht in de longen. Op zijn 33ste heeft hij de eerste aanval van reumatiek in zijn rechterschouder. Dit wordt behandeld en geneest, maar een jaar later krijgt hij weer reumatiek in de rechterschouder en daarnaast in de rechterknie.
Van 1952 tot 1974 breidt de reumatiek zich uit tot de meeste gewrichten, maakt ze pijnlijk en verstijft ze. De behandeling met goudzouten vermindert de pijn, maar veroorzaakt eczeem en netelroos en werkt op een gegeven moment niet meer.
De man wordt continu behandeld met cortison of ACTH (Adreno Cortico Trophic Hormone) en neemt ontstekingsremmers tegen de pijn. In 1972 worden er protheses geplaatst voor de rechterknie en de linkerschouder.
Het eerste consult is op 29 mei1974, in het 22ste jaar van de ziekte. De man is 55 jaar oud. Hij ziet er bleek en opgeblazen uit. Hij heeft oedemen aan de benen.
Zijn huid is slecht doorbloed, marmerachtig en bezaaid met ontstoken haarwortelzakjes. De bovenkant van zijn borstkas is bedekt met rode vlekken. De schouders, de ellebogen en de enkels zijn verstijft en pijnlijk. De handen zijn misvormd en opgezwollen.
De rechterheup zit vast. De linkerknie is opgezwollen. De ruggengraat en de nek zijn verstijfd. Hij kan ook met behulp van twee stokken nauwelijks lopen. De lever functioneert niet voldoende. Er wordt een groot ijzergebrek geconstateerd. De rode bloedlichaampjes zetten ze zich veel te snel af. Zijn urine is veel te zuur.
De man eet als volgt: s’Ochtends bruin of wit brood met boter en jam. s’Middags vlees, groenten, fruit, kaas en twee glazen wijn. Om vier uur in de middag koffie. Het avondmaal bestaat uit ham of gedroogd vlees of gebakken ei met spaghetti. De vet consumptie is als volgt, plantaardig vet 8 gram, geraffineerde spijsolie 50 gram, boter 44 gram. Hij consumeert dus veel te veel vlees en vet.
De voeding wordt gecorrigeerd. Er wordt geen alcohol meer gebruikt. De vitamines A, B, C, D en E alsmede de essentiële vetzuren worden gesuppleerd. Verder krijgt de patiënt extra ijzer en calcium. De reguliere behandeling als bovenbeschreven met ACTH en ontstekingsremmers wordt voorlopig voortgezet.
Drie maanden later gaat het beter. De wasachtige teint is weg en hij is 2,5 kilo afgevallen. Het effect van de injecties met ACTH duurde eerst maar twee tot drie dagen en nu wel drie weken. De neerslag van bestanddelen van het bloed, de bloedsedimentatie, is bijna normaal geworden. Na vier maanden blijkt uit microbiologische testen dat de man positief is voor stafylokokken en tuberculose.
Een therapie met vaccins, die homeopathisch verdund zijn wordt gestart. In december 1974 blijkt dat hij weer 2 kilo is afgevallen. In februari 1975 deblokkeert de nek zich en hij kan zijn hoofd weer rechtop houden. De man meldt dat de pijnen enorm verminderd zijn. Hij gebruikt nu nog maar één ontstekingsremmer per dag in plaats van zes. In Augustus 1975 heeft de man een gezonde kleur en loopt veel beter. In November 1975 loopt hij een uur per dag.
Thuis beweegt hij zich zonder stokken en hij kan opstaan en gaan zitten zonder hulp, wat voorheen onmogelijk was. Zijn nek is zoveel soepeler geworden, dat hij nu naar het plafond kan kijken. Eind maart 1976, na 22 maanden behandeling, kan hij zonder stokken op straat lopen en heeft hij praktisch geen pijn meer.
Wat we van Ann Wigmore, Dr. Schnitzer en Kousmine leren is dat het kennelijk mogelijk is om met behulp van een “gezond” dieet zieke mensen te genezen.
In het volgende hoofdstuk vergelijken we deze drie diëten en beginnen we met een mogelijke verklaring van de redenen waarom deze diëten zieke mensen gezond kunnen maken.