De moderne geneeskunde is ingericht op het (veel) willen verdienen aan ziekte.
De arts, de geneesmiddelenhandel, het zekenhuis, EN de verzekering maken winst.
De overheid deelt steeds in al die winst, en verdient zo ook aan ziekte.
In veel landen geldt ziektebehandeling zelfs als (groot) onderdeel van het Nationaal Product.
In de ‘gezondheidszorg’ wordt het meeste verdient in de 2 eerste en de laatste twee maanden van leven.
Veel van die ‘geneeskundige’ zorg, zeker die in de terminale fase, is palliatie.
Veel van die geneeskundige ‘zorg’ is te voorkomen door andere behandelwijzen te gebruiken.
Het verschil tussen wel/niet ‘erkende’ behandelwijzen gaat vooral over wel/niet verzekerde betaling, voor behandeling van ZIEKTE.
De moderne geneeskunde is in veel opzichten ‘middeleeuws’
Specialisten die als baronnen op terpen tol heffen voor de wegen.
Behandelaars die impliciet steeds weer zeggen ‘je geld of je leven’.
Met een ‘medisch model’ wat nog steeds de eigen betrokkenheid/beleving ontkent; en daardoor veel opties voor zelfenezing ongebruikt laat.